Dag iedereen en welkom bij de wonderlijke avonturen van Alexander. Eens te meer een podcast over het leven en de geschiedenis van koning Alexander III van Macedonië, in het Arabisch beter bekend als al'iiskandar al'akbar.
Welkom
Aflevering 20 in het nieuwe jaar 2022. In onze podcast is dat nog geen reden voor feesterijen. Die bewaar ik voor als we zijn aanbeland aan ons zilveren jubileum, oftewel aflevering 25.
Maar daar zijn we dus nog niet. Niet getreurd evenwel. Het is altijd gevaarlijk om in hyperbolen te spreken, maar ik durf toch te stellen dat we vandaag een soort hoogtepunt van heel onze podcast op het programma hebben in deze aflevering getiteld Gaugamela en Megalopolis: bijltjesdag voor de Achemeniden én voor Sparta.
Het epische streepje muziek aan het begin van deze aflevering u er zoals steeds gratis bij.
Hiermee zijn we ook beland bij een volgend onderdeel van onze reeks: de verovering van het Perzische hartland.
4 echt grote veldslagen zal Alexander tijdens zijn campagne aangaan. Veldslagen die we dan nog eens kunnen onderverdelen in 2 kleintjes en 2 grote. De Granicus was klein, net als de laatste die hij in India zal uitvechten. Daartussen bevinden zich twee massale gevechten met het Perzische leger. Issus kent u al en vanaf vandaag komt daar nog eentje bij.
Vooraleer we daar belanden zal ik deze aflevering starten met een heel kort overzicht van de afgelegde route, waarna we ons verhaal terug oppikken in Egypte, dat farao Alexander achterlaat in de handen van enkele lokale satrapen die in het oog worden gehouden door Macedonische leiders en soldaten.
Daarna gaan we over naar de plat de resistance: de slag bij gaugamela. Om toch kort even stil te staan bij de veel minder bekende slag bij Megalopolis, gelegen in de Peloponesos.
Oké, een korte herhaling van onze reis door het Achemenidische rijk en de tocht die Alexander al heeft afgelegd in deze campagne.
We zijn begonnen in West-Anatolië, met onmiddellijk een hevige strijd bij de Granicus. Dan zijn we de westkust in zuidelijke richting afgemarcheerd, met onder meer Halicarnassus, om daarna in het centrum van het schiereiland te belanden met onze Gordiaanse knoop. Daarna zijn we uiteindelijk naar het ZO gegaan, tot aan de Cilicische Poorten. Dan zijn we Zuidwaarts getrokken, om eerst onze eerste veldslag in Issus aan te gaan en daarna verder zuidwaarts de kustlijn te volgen, waar we Tyre zijn tegengekomen.
Onze Basileus is dan westwaarts getrokken, wanneer hij Egypte in zicht heeft gekregen, opnieuw door relatief dicht aan het water van de Middellandse Zee te blijven. Bekend zeegebied dus. Zoals jullie in de vorige aflevering hebben kunnen horen is Alexander niet echt zeer diep de Nijl naar het zuiden afgevaren, maar is hij eerder westwaarts getrokken, richting de Libische woestijn en het orakel van Zeus-Ammon. Om daarna terug naar de Egyptische hoofdstad Memphis te trekken en en passant even Alexandrië te stichten.
Ziezo. Daar zijn we nu beland. Net op het moment dat Alexander met zijn leger opnieuw naar Tyre trekt. Onderweg moet hij ook even een opstand in Samaria neerslaan. Niet al de inwoners van deze stad zijn dus even barmhartig. De Samaritanen waren verwant aan de Judeeërs, hoewel ze meer openstonden voor andere goden dan enkel Jahwe.
De stad en het koninkrijk Samaria is ons misschien minder bekend, maar stond in de oudheid in hoger aanzien dan het voor ons veel beter bekende Judea.
Alexander had in zijn heentocht partij getrokken voor de Samaritanen en zou voor hen een tempel bouwen. Tot groot ongenoegen van de Judeeërs. Dit zal de aanleiding zijn voor een eeuwenlange vete tussen beide bevolkingsgroepen. Ik heb op Facebook een link gezet naar een artikelenreeks op de onvolprezen blog van professor Lendering dat dieper ingaat op deze problematiek.
En blijkbaar waren er ook onderlinge vetes ontstaan in Samaria en waren er facties die de Macedonische bezetting niet zomaar wilden aanvaarden. Het zal Alexander weinig moeite hebben gekost om de rebelse snoodaards op hun plaats te zetten en zijn orde te herstellen.
Het is slechts een voetnoot in onze geschiedenis en wij belanden bij onze eerste echte tussenstop van vandaag: Tyre.
Het is niet zo dat Tyre de richting van Samaria is uitgegaan door één of ander opstand te organiseren. Dat zou ook maar vreemd geweest zijn, gelet op het feit dat de meeste van haar 10ken inwoners werden afgeslacht of als slaaf verkocht.
Neen, Alexander besluit om zijn troepen wat rust te geven en een waar hellenistisch spektakel te organiseren. Het past perfect in onze koning zijn plaatje om zich te beschouwen als een Griekse koning, vechtend voor de Griekse zaak. Wraak nemend op de vermaledijde Perzen. De Grote Griekse Bevrijder als het ware.
En dan kan het geen kwaad om in een soort Fenicisch tussengebied als Tyre de hellenistische cultuur een zetje te geven.
Wat moeten we ons voorstellen bij dergelijke Griekse feestpartijen, afgezien van ongetwijfeld een hele hoop al dan niet onversneden wijn op het einde van de avond?
Wel, er zullen mogelijks wel wat atletische oefeningen op het programma hebben gestaan, maar de hoofdbrok bestond toch uit een soort wedstrijdje in onder meer theatervoeringen, gedichten debiteren en redevoeringen naar voren brengen.
Onze bronnen spreken over een wedstrijd tussen 2 Griekse topacteurs. Thessalus en Athenodorus. Thessalus is de lieveling van Alexander, terwijl Athenodorus een contract verbreekt met Athene, enkel en alleen om aan dit spektakel in Tyre mee te doen. Het geeft ergens wel aan dat dit een groots opgezet gebeuren moet zijn geweest en niet zomaar wat kleine tentoonstellinkjes of wedstrijdjes hier en daar.
De lieveling van Alexander wordt tweede, wat aantoont dat onze Basileus niet zomaar de wedstrijd naar zijn hand kon zetten. Iets wat de Mexicaanse drugsbaron El Chapo blijkbaar wel deed tijdens een miss verkiezing, als ik de serie Narcos Mexico mag geloven.
Want blijkbaar was Alexander echt wel ontevreden met de beslissing van de jury, maar kon hij het zich niet veroorloven in te grijpen in het beslissingsproces. Het mag duidelijk zijn dat hij in de ogen van de meeste Grieken nog niet als de zoon van Zeus wordt beschouwd.
De uiteindelijke winnaar Athenodorus krijgt het daarna aan de stok met Athene en hij vraagt aan onze koning om tussen te komen. Die weigert, om zijn Atheense vrienden niet teveel voor de borst te stoten, maar hij betaalt wel de boete van Athenedorus, die hem werd opgelegd wegens contractbreuk.
Het zijn allemaal slimme zetten van onze Basileus die verdomd goed weet dat hij zich niet zomaar wat kan permitteren en wel degelijk ervoor moet zorgen dat hij op goede voet moet blijven met de stadsstaten grenzend aan zijn thuisland. Want we zullen deze aflevering nog even terugkomen op de werkelijk allerlaatste stuiptrekking die Antipater in Pella moet ondergaan, komende van de trotse, maar helaas fel verzwakte en verbleekte Spartanen.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat Alexander uiteindelijk toch besluit om de voornamelijk Atheense soldaten die bij de Granicus werden gevanggenomen, alsnog vrij te laten. Een geste naar onze democratische voorouders toe, bedoeld om zo te vermijden dat ze zich toch achter hun oude rivaal Sparta scharen in een ultieme poging om de Macedonische hegemonie te doorbreken. Want als Pella in handen van de Spartanen zou vallen, mag de veldslag nog zo goed vorderen in Perzië en omstreken. In dat geval zou het leger in geen tijd desintegreren of minstens verplicht worden terug te keren naar hun mogelijks verwoeste huizen en landerijen.
En Alexander blijkt in een nog meer vergevingsgezinde bui. Kent u Harpalus nog? Het was een oude vriend van hem die was aangesteld als schatbewaarder, maar die vermeende vriend was er vandoor met een deel van de schatkist, wanneer hij vreest dat Alexander het onderspit zal delven in de aanloop naar de slag bij Issus.
Deze Harpalus had een fysieke handicap die hem ongeschikt maakte om te vechten, maar hij moet een echt rekenwonder geweest zijn. Hoe valt anders te verklaren dat het Alexander is die hem terugroept om opnieuw de schatkist te beheren. En geloof of het niet, we zullen Harpalus nog tegenkomen in een toekomstige aflevering waar hij, wonder boven wonder, opnieuw een aantal fratsen uithaalt. Maar dat is voor veel later.
Een mogelijke verklaring bestaat erin dat Alexander niet veel mensen rond zich had die sterk zijn in het ambt van boekhouderschap en die niet behoorden tot de notabelen wiens loyauteit toch eerder was opgebouwd door Filip II en niet door Alexander III.
We zien namelijk dat er in de geschreven bronnen meer en meer vermelding wordt gemaakt van jongere legerleiders, die opgegroeid of goed bevriend zijn met Alexander, eerder dan met zijn vader. Denk aan Hefaistion, Ptolemeus en Perdiccas.
Het is goed mogelijk dat als Alexander wenste dat zijn schatkist niet door Parmenion of één van zijn getrouwen werd beheerd, er niet veel mensen overschoten buiten Harpalus. Want het is nu niet zo dat Alexander vergeving als één van de kernwaarden van zijn beleid hoog in het vaandel droeg. Pragmatiek was wel één van die kernwaarden en in dat opzicht lijkt de wederaanstelling van Harpalus te verklaren door Alexanders wens om de lokale clanleden van Macedonië uit het bestuur te houden. De mogelijke probleempjes die Harpalus veroorzaakte wogen in deze hypothese dan ook niet op tegen de voordelen van zijn aanstelling.
Genoeg vergeven en gefeest en wat nog allemaal. Tijd voor actie. Tijd voor dat waarvoor we naar hier zijn gekomen: oorlog, bloed en de afslachting van die duivelse Perzen.
Alexander verlaat dus Tyre na het hellenistisch spektakel in de stad. Voor als u het wil weten: we zitten ergens in de zomer van 331.
En waar zit Darius? In Babylonië, bezig een onwaarschijnlijk leger op te bouwen. Nog groter dan dat van Issus.
Ik zal op de website, net zoals op Facebook een link plaatsen naar een werkelijk prachtig overzichtelijk kaartje van de route van Alexander, afkomstig van het boek National Geographic Ultimate Visual History of the World van Jean Pierre Isbouts, uitgegegeven bij National Geographic in 2021.
Het is een heerlijk overzichtelijke afbeelding van de plaatsen waar Alexander overal is geweest en de route die hij vermoedelijk heeft gevolgd. Wat het zo goed maakt, is het gegeven dat de huidige landsgrenzen er ook op worden afgebeeld.
Dus als u toch één kaartje zou willen bekijken, laat het dan dit zijn.
Het toont onder meer aan dat het oude Babylon, die millennia oude beschaving, in het huidige Irak ligt.
Het is in die grootstad, met zo’n 100k inwoners dat Darius soldaten rekruteert en opleidt, noodgedwongen uit de oostelijke provincies van zijn rijk. Maar dat zou de pret niet mogen drukken. De oostelijke provincies, zoals Parthia, Bactria, Sogdiana en India, staan bekend om hun kwaliteitsvolle ruiters.
De twee mannen die als hoogste in rang kunnen beschouwd worden na de Koning der Koningen zijn Bessus en Mazaius. Bessus of Bessos is de satraap van Bactria, de parel van het oosten. Hij kan zo’n beetje beschouwd worden als een soort onderkoning. Wanneer Darius III zou vallen, zou Bessos de facto de touwtjes van het Perzische rijk in handen krijgen.
Vermoedelijk trekt Bessos reeds na de verloren slag bij Issus zijn loyauteit naar Darius al in twijfel, maar ziet hij niet echt voordeel in van een opstand op het moment dat het rijk zware barsten vertoont en de grote koning hem naar Babylon sommeert.
Mazaius is de satraap van Cilicië. Over hem is niet echt geweten of hij zich aan het verzetten was tegen Darius III. Zonder enige twijfel waren zowel hij als Bessus allebei pragmatische mannen die aan de zijde van Darius zouden blijven, zolang dat hen voordeel opleverde, maar zouden ze niet twijfelen wanneer dat niet meer het geval was.
In ieder geval lijkt het mij duidelijk dat zij nog altijd het meeste te winnen hadden bij een overwinning van hun eigen Perzische leger. Wat er met hen zou gebeuren, indien Darius III werd verslagen en zij het dan nog overleefd zouden hebben, is compleet onduidelijk.
Waarom ik dit allemaal zeg, zal later nog wel duidelijk worden, net als de eventuele speculaties over beide heren hun loyaliteit naar hun Grote Koning toe.
Darius III zijn leger is groot. Zeer groot. Met ervaren ruiters, maar helaas met minder ervaren infanteristen. Repeteren, repeteren, wie zijn best doet zal het leren, zong Gertje al. En dat klopt helaas ook voor soldaten. Het helpt als je al een keer iemand de kop hebt ingeslagen, om in de volgende strijd koelbloediger te zijn. Om nog maar te zwijgen over het op elkaar instellen van verschillende divisies en onderdelen van het leger.
Maar goed. Darius III heeft van zijn tegenstander tijd en ruimte gekregen om zich te herorganiseren en die tijd zal hij ongetwijfeld gebruikt hebben om een formidabel leger ineen te steken. Perfect getraind en geoefend zal het niet geweest zijn, maar het Achemenidische rijk kon toch buigen op een traditie die eeuwen terugging. Oorlogvoeren was nu niet iets dat hen onbekend was.
Terwijl Alexander vanuit Tyre richting het Perzische hartland vertrekt, doet Darius hetzelfde vanuit Babylon. Issus revisited, als het ware.
Beide legers en hun leiders proberen om de tegenstander naar terrein te lokken dat hen het beste uitkomt. Zet en tegenzet.
We komen dus aan bij het Perzische hartland. Wat bedoel ik daar nu mee. Om te beginnen is dat Mesopotamië en dat is waar we nu naartoe aan het gaan zijn. Hier lopen de levensaders de Eufraat en de Tigris van linksboven naar rechtsonder richting de Perzische Golf. Niet evenwijdig met elkaar, maar toch een beetje. Soms dichter bij elkaar, soms verder uit elkaar. De Eufraat ligt het meest westelijk en was Alexander zijn eerste barrière. Daarna gevolgd door de Tigris.
Kent u nog de 5 grote hoofdsteden van de Achemeniden? Wel, deze liggen allemaal betrekkelijk dicht bij mekaar, met Babylon als meest westelijke, pal op de Eufraat, relatief zuidelijk. Het meest noordelijk is Ecbatana, voormalige hoofdstad van de Meden, Ten Oosten van Babylon ligt dan weer Sousa, voormalige hoofdstad van Elam. Nog oostelijker liggen Pasargadae en Persepolis, de hoofdstad der hoofdsteden in Persis, waar de Perzen thuis zijn natuurlijk.
Alexander zal de Eufraat enkele kilometers meer in het Noorden oversteken. Het is het eerste stuk van het schaakspel tussen beiden koningen.
Een schaakspel dat Alexander zal verliezen. Hoewel in eerste instantie Alexander Darius verrast door de Eufraat relatief noordelijk over te steken en niet naar het zuiden en dus Babylon te trekken.
Alexander steekt de Eufraat over in Thapsacus, gelegen in het huidige Syrië. Hoewel de Eufraat soms een machtige rivier kan zijn, zeker in de oudheid, is het dat niet overal. In Thapsacus is de Eufraat middelgroot, als ik dat zo mag zeggen. Geen beekje, maar ook geen machtige Rijn. Hefaistion zorgt voor de aanmaak van mobiele bruggen waar de oversteek mee gemaakt kan worden.
https://music-cellar.accusonus.com/music-album/epic-scene
https://www.stilus.nl/oudheid/wdo/GEO/G/GAUGAMEL.html
De Macedoniërs krijgen hier een eerste glimp te pakken van de Perzen. Mazaius laat zich even tonen met een aantal van zijn ruiters, maar vlucht al snel weg.
Ongehinderd kan het Europese leger doortrekken naar de Tigris en ook daar is de weerstand miniem.
Het moet voor de Macedoniërs op de voorbode van een klinkende zege gelegen hebben. Hoewel. Waar ze zich nu bevinden is werkelijk compleet onbekend terrein. Zeker de legerleiding moet hebben geweten dat de Perzen meer in hun mars hadden dan dat.
Bovendien kunnen de Macedoniërs aanschouwen hoe heel het gebied ten oosten van de Tigris in brand staat. Een kadootje van Darius en Mazaius. Een rijkelijk late toepassing van de verschroeide aarde tactiek, maar daarom niet minder effectief.
Voor de zoveelste keer is het erop of eronder voor onze jonge held.
Want Darius is geslaagd in zijn opzet. Hij heeft Alexander meer dan waarschijnlijk bewust richting de open vlaktes gelokt, zo’n 100 km ten oosten van de Tigris. Hier lag Gaugamela. Als u daar het woord kameel in hoort, dan hebt u geen ongelijk. Of toch weer wel. In dit gebied waren geen kamelen aanwezig, maar wel dromedarissen. De Semitische naam voor het woord dromedaris was gammalu. De voorloper van ons woord voor kameel. Ik zal ook hier een link zetten naar een artikel van professor Lendering over deze interessante discussie.
Omdat er in de buurt van de vlaktes een heuvel was die op een bult leek, werd de plaats aangeduid als Gammalu, later verbasterd tot Gaugamela. Een onbetekenend dorpje.
100 km lager lag Arbela, de dichtstbijzijnde stad en op dit moment hoofdkwartier van Darius III.
We weten met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wanneer de slag heeft plaatsgevonden.
Op 20 september van toch wel zeer drukke jaar 331 heeft er namelijk een maansverduistering plaats. Een fenomeen dat uiteraard ook door de aanwezigen ter plaatse werd waargenomen en zo opgetekend.
Meer nog, het gebied waar we ons nu bevinden is Chaldees gebied. Ze waren de Semitische bevolkingsstam die het Nieuw-Babylonische rijk hadden opgericht. En het waren pientere knullen.
Ze deden aan bijzonder accurate astronomische waarnemingen en hadden een kalender die bijzonder accuraat was. Maansverduisteringen waren voor de Chaldeeërs dan ook geen onbekend fenomeen en dat was het waarschijnlijk ook niet voor de Macedoniërs.
Dat belet evenwel niemand om toch bepaalde voorspellende eigenschappen toe te kennen aan het fenomeen. Astronomie en astrologie liepen dan ook een beetje door mekaar.
En hier wordt het verhaal een beetje mystiek. Er zijn namelijk Babylonische kleitabletten teruggevonden waarop het volgende staat geschreven:
CITAAT p 242
Voor de volledigheid, het woord ululu is een bepaalde moment in de jaartelling, maar dit terzijde.
We zijn het jaar 331 en voor wie een beetje zijn geschiedenis kent, weet wat er binnen 8 jaar in ons verhaal te gebeuren staat.
Eigenlijk is deze voorspelling griezelig accuraat. Ze wordt vermeld in professor Lendering zijn boek. Het is mij niet helemaal duidelijk of er zekerheid is over het feit dat deze werd gedaan op 20 september 331. Iets om later eventueel verder uit te pluizen.
En hoe komt het dat we weten dat dit alles gebeurde op 20 september? Wel, de exacte overstroming bepalen van de Eufraat of Tigris of zelfs van de Nijl is onmogelijk. Planeten zijn echter minder labiel en hun traject verloopt compleet accuraat. Gelukkig maar.
En de enige maansverduistering die in dat gebied rond die periode plaatsvond was die van 20 september 331.
Professor Lendering speculeert dat deze voorspelling zo’n beetje de doodsteek was voor Darius en zijn leger compleet demoraliseerde. Misschien.
Maar Darius III zelf besluit alvast om alsnog de strijd aan te gaan. Alexander twijfelt daar geen seconde aan. Zijn huisprofeet Aristander zit op dezelfde lijn als de Chaldeëers: de maansverduistering is een goed teken voor de Macedonische koning.
Of neen, toch niet. Darius doet een ultiem voorstel aan Alexander: hij krijg alle gebieden ten westen van de Eufraat en de hand van zijn dochter. Tja. Beiden zijn al in Alexanders bezit, dus slaat hij het aanbod af.
We zitten in het hartland van wat ooit Neo-Assyrië was, maar beide legers hebben geen tijd voor historische bezoekjes.
Darius heeft op de vlakte een enorm stuk volledig plat gemaakt en alle oneffenheden weggewerkt om zo zijn cavalerie en strijdwagens vrij spel te geven.
Enkele kilometers scheiden beide legers en op 30 september maakt hij zijn leger klaar voor de strijd. Darius ziet dit en laat zijn leger in formatie staan. Hij wil niet verrast worden door een nachtelijke aanval en laat zijn leger de hele nacht klaarstaan.
Een terechte vrees, zo blijkt. Parmenion stelt tijdens de krijgsraad op 30 september een nachtaanval voor, maar Alexander weigert dit. Zogezegd omdat hij geen lafaard wilt zijn, maar een nachtaanval zou ook enorme risico’s hebben opgeleverd. Zelfs als de Perzen niet klaar stonden in formatie zou het onmogelijk geweest zijn iedereen zomaar te hebben verrast.
Dat brengt ons bij de aantallen van beide legers. Grofweg zijn er 50k in het Macedonische kamp en 100-150 k in het Perzische.
Net als bij de slag bij Issus zijn door de jaren heen de aantallen steeds naar beneden herzien, omdat de vroegere schattingen simpelweg van de pot gerukt waren. Trouwens, nu nog durft professor Hart het aan om het Perzische leger op een kwart miljoen te schatten, waarbij hij zelf erkent dat daar nog een kwart miljoen aan extra mensen moet worden toegevoegd. Jammer.
Onze goed vriend Arrianus schat het Perzische leger op, houd jullie vast: 1 miljoen infanteristen en 200k cavaleristen. Dat betekent hoop en al 2 miljoen mensen en 200k paarden. Zelfs de Tigris zou zo’n bende niet hebben kunnen laven, laat staan eten geven.
Curtius Rufus, algemeen beschouwd als minder betrouwbaar, houdt het op 200k en 45k, wat de laagste inschatting uit onze klassieke bronnen is.
De hoogste huidige acceptabele schatting houdt het op 40k cavaleristen. Laten we daar 80k infanteristen tegen en we komen nog steeds op het duizelingwikkende aantal van 120k, aangevuld met enkele honderden strijdwagens en vermoedelijk zelfs een aantal Indiase olifanten.
Daar kon Alexander niet tegenop met zijn ongeveer 10k cavaleristen en 40k infanteristen.
Een ratio van 1 tegen 2, zeker omdat onze 120k eerder een hoge inschatting is. Maar zelfs als onze 40k cavaleristen te hoog zijn en gehalveerd moeten worden, betekent dit nog steeds een enorme massa ruiters, klaar om de flanken te overvleugelen en de weerloze falangisten in de rug neer te maaien.
Alexander moet dus een plan bedenken en dat doet hij. Tot een kot in de nacht zoekt hij naar een oplossing en pas heel laat valt hij in een diepe slaap. Op 1 oktober 331 staat iedereen klaar voor de strijd. Één man ontbreekt: de Basileus zelf. De man die als een soldaat zich zou overslapen, deze onverlaat zonder pardon uit diens tent zou stampen, geeft niet thuis. Niemand durft hem wakker maken. Uiteindelijk is het Parmenion die naar de middag toe het aandurft de tent binnen te stappen.
Vol zelfvertrouwen en zegezeker duwt Alexander zijn tent open en roept zijn legerleiding bij zich. Het is tijd om hun afspraak met de geschiedenis aan te gaan. Daar hoort misschien wel een streepje muziek bij:
De opstellingen van beide legers is relatief gelijkaardig aan die van Issus. Ik heb de laatste dagen wat linken en foto’s geplaatst op Facebook die een beeld geven van hoe het er allemaal een beetje uitzag.
Wat Darius betreft, is dit de standaard opstelling met twee enorme flanken ruiters aan de buitenkanten. Links wordt geleid door Bessus, Rechts door Mazaius. In het midden staat Darius, met voor hem de Onsterfelijken die ook wel de Appeldragers werden genoemd omdat ze aan de achterkant van hun speer een appel hadden ipv een punt. Hier moeten ook de Griekse huurlingen hebben gestaan. Achter hem moet een enorme rij aan infanteristen hebben gestaan. Hoog in aantal, maar helaas onervaren en veel te licht bewapend. Zij zullen amper aan de strijd deelnemen.
Helemaal voorin in het midden staan enkele rariteiten: enkele honderden strijdwagens en enkele tientallen olifanten. De olifanten komen niet meer in beeld vandaag, wat sommigen doet twijfelen aan de echtheid van hun vermelding.
Alexander zijn opstelling is op het eerste zicht wat je zou verwachten: Hijzelf staat met zijn Wapenbroeders op de rechterflank. Parmenion met zijn Thessalische ruiters aan de linkerkant. Issus revisited dus. In het midden staan de falangisten met hun sarissa’s, aan hun rechterkant afgedekt door de hypaspists, de zware infanterie.
Tot zover is er weinig spectaculairs onder de Macedonische zon. Dit was dan ook een feilloos op mekaar afgestemd leger, met eenheden die in subdivisies waren onderverdeeld, die allen hun taak perfect kenden en perfect wisten hoe niet alleen de persoon naast hem, maar ook de persoon 200m verder zou reageren. Een enorme luxe op de stofvlakte van Gaugamela waar het schier onmogelijk is om 10m ver te zien, van zodra de paardenhoeven al het zand in de lucht doen dwarrelen.
Het is een leger met soldaten die keer op keer de overwinning behalen en een immens charismatische leider hebben. Het zelfvertrouwen moet van hen hebben afgedropen, terwijl ze toch goed weten dat hoogmoed en arrogantie hun einde zou kunnen betekenen, wanneer ze de zon zien blinken op de Perzische vlaktes.
Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, is er het militaire genie Alexander. Hij weet dat hij zich op nadelig terrein bevind, zonder rivieren, zeeën of heuvels om de breedte van het slagveld te verkleinen. Dus posteert hij een volledige tweede linie, die grotendeels uit het zicht van de Perzen zal zijn gebleven.
Zeker op de rechterflank posteert hij een contingent Griekse cavaleristen. Zij moeten klaar staan als de Perzen de rechterflank dreigen te omsingelen. Meer dan waarschijnlijk doet hij hetzelfde op de linkerflank.
In het midden posteert hij Thracische en Agriaanse tirailleurs, lichte infanterie die eventuele doorgebroken paarden moeten neutraliseren.
Op die manier heeft de Macedonische opstelling iets weg van een rechthoek of trapezium, of eerder een dubbele rij, waarbij de tweede rij gedeeltelijk kan openklappen als een tafelpoot, zodat de flanken afgedekt zijn en er langs verschillende zijden kan gevochten worden. Op die manier wordt een omsingeling geen uitgemaakte zaak.
Het is dus weeral Alexander die zijn rechterflank verstevigt om van daaruit offensief te werken en zijn linkervleugel met Parmenion de opdracht geeft vooral stand te houden. Dat hij op die manier met de eer van de overwinning kan gaan lopen is niet meer dan een gelukkig toeval.
En zo begint de slag bij GAugamela die dezelfde is als de slag bij ARbella. U kiest maar of u de eer gunt aan een dorp of aan een stad.
De clash begint op de rechterflank waar Alexander zijn troepen verder naar rechts trekt. Zoals ik al zei heeft de Perzische koning een groot deel van het slagveld als het ware plat gemaakt door alle oneffenheden weg te halen. Door naar rechts te bewegen, beweegt Alexander richting het deel dat niet is geëgaliseerd door Darius zijn troepen.
Darius ziet het gevaar en stuurt zijn eigen linkerflank aan cavaleristen, onder leiding van Bessus, richting Alexander. Er ontstaat een hevig gevecht, waarbij Alexander en zijn troepen achteruit worden gedrukt. Maar Alexanders plan werkt en de rechterflank houdt stand door het reserveleger Griekse cavaleristen onder leiding van Menidas dat exact voor dit doel aan de rechterkant was opgesteld.
Omdat het gevecht meer en meer naar rechts, en dus oneffen terrein lijkt op te schuiven, stuurt Darius zijn surprise naar voren. In het midden stuurt hij zijn strijdwagens richting de falanx, om de formatie te doorbreken of minstens te ontregelen. Alexander had dit echter voorzien en op een vooraf afgesproken signaal creëren de falangisten gaten in de formatie. De wagens, die eigenlijk in de 4e eeuw voor Christusal al een achterhaald strijdwapen waren, rijden voor het grootste deel door de linies, waar ze een makkelijke prooi zijn voor de tirailleurs die de paarden of hun rijders neerkogelen met hun pijlen, speren, of slingers.
Hierna sluit de barbapappa vol sarissa’s zich opnieuw, klaar voor de volgende slag.
Op links gebeurt hetzelfde als op rechts. De Perzische cavalerie valt aan, recht naar Parmenion en de Thessalische ruiters. Ze houden ternauwernood stand.
In het midden is de Perzische zware infanterie ook ingebeukt op de falanx. Het had namelijk weinig nut om een cavalerie-eenheid richting een georganiseerde falanx vol sarissa’s te sturen. Toch iets wat Darius uit vorige veldslagen had onthouden.
Er ontstaan gaten in de falanx, niet in het minst omdat de linkerkant mee wordt belaagd door Parmenion zijn cavalerie-eenheden die het pleit simpelweg aan het verliezen zijn. Mazaius en zijn cavaleristen blijken een meer dan formidabele tegenstander.
Door de gaten heen kunnen een heel deel cavaleristen oprukken, net als op de bedreigde linkerflank. Een deel draait zich om en wordt geneutraliseerd door Alexanders tirailleurs die uitmuntend hun werk doen. terwijl in de vorige veldslagen heel wat troepen nauwelijks slag leverden omdat ze als reserve werden gebruikt, wordt nu elke man ten volle tot nut gemaakt.
Een ander deel van de Perzische cavalerie draait zich niet om en stormt door, richting de bagagetrein en het kamp van Alexander, dat een stuk achter de frontlinie ligt. Opnieuw toont dit de onervarenheid aan van de Perzische troepen. Door niet op een gecoördineerde manier te handelen, verliezen ze de kracht van hun overtal en slagen ze er niet in om de Macedonische minderheid pijn te doen.
De ruiters bereiken volgens de overlevering zelfs de tent waar de moeder van Darius, Sysygambis zich bevindt. Wanneer de mannen haar zegen dat ze bevrijd is en kan meekomen naar haar zoon, weigert ze. Zogezegd omdat ze voelt wie er aan de winnende hand is of omdat ze Alexander als de rechtmatige koning van Azië beschouwt. 100% apocrief als u het mij vraagt.
Terwijl de linkerflank van Alexander wankelt, en ook het midden maar moeizaam stand houdt, ontstaan er gaten in het Perzische midden. Het midden, waar niemand minder als de Koning der Koning Darius III zich bevindt. En u raadt nooit wie dat in de mot heeft. Alexander en zijn Metgezellen natuurlijk. Ze stormen richting Darius zijn strijdwagen. Het moet een hevig gevecht geweest zijn, want de persoonlijke beschermers van de afgezant van Ahuramazda zullen niet zomaar uit de weg zijn gegaan. Terwijl een speer rakelings langs Alexander zoeft en Hefaistion zwaar gewond raakt, zoeft de speer van Alexander richting Darius zijn lijfwacht en velt de kloeke Perziër.
Net als bij Issus moet Darius III vluchten. En net als bij Issus zorgt ook dit voor een langzame ontrafeling van het leger. Hoewel we hier moeten opmerken dat Alexander op veel plaatsen de strijd gewoon aan het winnen was. Zeker de falanx zal zonder enige twijfel de bovenhand hebben gehaald op de Perzische infanterie en ook Alexanders rechterflank was uiteindelijk minstens de evenknie van Bessos
Enkel op de linkerflank is Parmenion gekraakt en zo goed als verslagen. Hij vraagt Alexander om hulp, maar die komt niet. Hebt u ooit al op een niet verhard pad gereden, in een kurkdroge periode? Kan u zich nog herinneren welke stofwolken dat toen veroorzaakte. Wel, doe dat maal 1000, met tienduizenden paarden, honderden strijdwagens en honderdduizenden voeten die de kurkdroge grond rond Gaugamela doen opstijgen. Het moet één onoverzichtelijke mistige stof storm geweest zijn, waar het niet eenvoudig was om boodschappen door te geven.
Bovendien wil Alexander de strijd hier en nu eindigen en achtervolgt hij Darius tientallen kilomters lang. Tot hij terugkeert. Ofwel omdat de duisternis valt, ofwel omdat hij PArmenion gaat helpen. hierdoor krijgt Parmenion soms het verwijt dat het zijn schuld is dat Darius opnieuw kan ontsnappen. Een belachelijk verwijt. Met minder troepen is Parmenion en zijn Thessalische eenheid er opnieuw in geslaagd niet compleet te kraken, terwijl Alexander de kans heeft gekregen om eer en glorie te zoeken in de Perzische linies.
Zonder de ongelooflijk heldhaftige houding van Parmenion en zijn troepen had de uitslag er anders uitgezien. Punt. Ja, ook in dat geval zou de omsingeling zijn tegengehouden door de tweede linie tirailleurs of de tafelpoot als extra zijdelingse bescherming. Maar die beschermingsmechanismen zijn ook geen wondermiddel. Wanneer 10ken Skytische, Bactriche Indiase en andere ruiters op die linies waren afgestormd, zou het een kwestie van tijd geweest zijn vooraleer ze konden inhakken op de achterkant van de falanx, of op Alexander zijn rechterflank.
Neen, Parmenion was voor de overwinning minstens even belangrijk dan Alexander. Zoniet meer. Laten we het op evenveel houden. Voor de goede vrede.
De achtervolging van de Perzische troepen zorgt zoals zo vaak voor een slachtpartij. Arrianus houdt het op 300k dode Perziërs en nog meer gewonden, in de lijn van zijn miljoen infanteristen.
Wij gaan het hier houden op 40k, nog altijd een gigantisch aantal. 1 op de 3 of 1 op de 4 Perzen moet er aan geloven.
Alexander zou een duizendtal doden onder zijn rangen tellen en een veelvoud aan gewonden. Ook hier kunnen we uitgaan van 1 op de 3 of 4 Macedoniërs die dood of gewond is.
Terwijl Alexander en zijn leger hun wonden likken, maar wel de overwinning kunnen vieren, bereikt de koning het bericht dat Antipater het laatste verzet in Griekenland heeft verslagen. Koning Agis, al dan niet toevallig Agis III van Sparta staat met 20-30k troepen tegenover een gigantische Macedonische troepenmacht van 40k. niet veel minder als Alexander zijn leger. Het moet evenzeer een verschroeiende slag zijn geweest en toont aan dat Alexander er goed aan heeft gedaan een deel van zijn troepen thuis te houden en geregeld een deel van de oorlogsbuit naar Antipater te sturen. Want een geoefend Spartaans leger met enkele duizenden ruiters en 10ken infanteristen, dat is gene kattepis. Zeker als Athene niet actief meevecht, maar de Macedoniërs ook niet wenst te helpen en een dubieuze neutraliteit aanneemt.
Het wordt een bloedbad. Diodorus spreekt over 3k Macedonische doden, immens hoog voor een gewonnen veldslag. Want Agis III en een kwart van zijn leger sterft met hem bij deze slag bij Megalopolis, waaronder de keur van de laatste overgebleven Spartaanse hoplieten. Het is het definitieve einde van de macht en kracht van de ooit zo trotse stadsstaat, maar ook van de onafhankelijkheid van alle andere Helleense stedelijke naties. Alexander noemt de veldslag bij Megalopolis een oorlog van muizen, in vergelijking met zijn kunststukje in Gaugamela. Als hij dat echt gezegd zou hebben, had hij beter moeten weten.
331 is op die manier het definitieve einde van de onafhankelijkheid van het ooit zo trotse Griekse schiereiland. Macedoniërs, Romeinen, Byzantijnen, Ottomanen en wat nog allemaal zullen met hun vuile voeten over de eens zo trotse helden uit Attica, Laconië en Boetia heen lopen.
331 is niet het einde van de Achemenidische heerschappij, maar het komt wel dicht in de buurt. Darius is ontsnapt, maar het Perzische hartland zal nooit meer geregeerd worden door een Achemenidische heerser. In de volgende aflevering zullen we zien hoe Babylon, Sousa, Persepolis, Pasargadae en zelfs Ecbetana, Macedonisch bezoek krijgen.
En hoewel Alexanders pad op een bepaald moment letterlijk over rozen zal lopen, zullen de Perzische poorten nog voor een meer dan hachelijk moment zorgen. Want vanaf nu begeeft Alexander zich op nog meer onbekend terrein. Onze bleke Europeaan kroont zichzelf dan wel tot koning van Azië, oftewel
Kýrios tēs Asías, maar het mag duidelijk zijn dat niet iedereen daar even gelukkig mee is.
Dat was het voor vandaag. De slag bij Gaugamela is zonder de meer de grootste en belangrijkste veldslag in heel Alexander zijn veldtocht. Tijdens deze gebeurtenis waren de Perzen op hun grootst en hadden zij de plaats van het treffen kunnen kiezen. Heel de veldslag toont het genie van Alexander die zich niet laat verrassen door strijdwagens, een overtal aan cavaleristen of door het gevaar van het gebrek aan nachtrust.
Professor Lendering besteedt in zijn boek slechts enkele zinnen aan de veldslag zelf en laat uitschijnen dat de Perzen eerst waren gevlucht, bang gemaakt door maansverduistering en de astrologische voorspellingen van de Chaldeeërs. En dat Darius zijn vluchtende leger had gevolgd en niet omgekeerd.
Daar doen wij in deze vulgaristische podcast niet aan mee: Alexander was een meesterlijk genie die een formidabel Perzisch leger versloeg door zijn eigen kunde en de hulp van zijn trouwe generaal Parmenion. Maar heeft hij de oude rot nog wel nodig, nu de grote veldslagen zo goed als voorbij zijn? Dat zullen we in de volgende afleveringen te weten komen, maar u begrijpt toch al een beetje waar ik naartoe wil.
Ik zou zeggen: drink nog even een pintje voor het slapengaan, om langzaam tot rust te komen van al dit wapengekletter. Als u geheelonthouder bent of u deze podcast voor 18u ’s avonds beluistert, raad ik u aan om daar een alcoholvrije versie van te maken.
En dan kan ik u enkel nog een prettige dag, avond, of nacht toewensen. wadaean Tot ziens
https://www.ancientpages.com/2020/07/01/why-is-the-battle-of-gaugamela-called-broken-camels-back/
Reactie plaatsen
Reacties