Transcriptie aflevering 12

Gepubliceerd op 15 januari 2022 om 10:52

Dag iedereen en welkom bij de wonderlijke avonturen van Alexander. Tijdens de vorige aflevering heb ik jullie niet meegedeeld wat de naam was van de speciale intro die ik gebruikt had. Dus krijgen jullie hem vandaag nog een keer.

 

En uiteraard gaan we ook verder met de belevenissen van de man die in het Esperanto ook wel eens Aleksandro la Granda wordt genoemd. Dat klinkt niet slecht. Welkom.

 

INTRO

 

 

Dat de componist van dit lied Händel heette, wisten jullie al. Dat de titel van deze kroningshymne Zadok the Priest mogelijks nog niet. Bij deze.

 

 

Het is tijd voor alweer aflevering 12 en deel 2 van de pacificatie van Griekenland en omstreken, getiteld, zo vader, zo zoon

 

 

We lieten Alexander vorige keer achter in een soort stilte voor de storm. Zonder veel tegenstand was hij naar het Zuiden van Griekenland gemarcheerd en had zo goed als alle stadsstaten de les gespeld. Sparta als gemeenschappelijke vijand uitgezonderd.

 

Hij leek dan ook klaar om de veldtocht van zijn vader richting Perzië eindelijk in gang te kunnen steken.

 

Maar die verdomde barbaren deden plots moeilijk. Hopelijk bent u klaar voor enkele stevige vechtpartijen met iets meer slachtoffers dan vorige keer. Er zijn deze keer wel geen verbrande kinderen van de partij. Of toch niet voor zover wij kunnen weten.

 

We gaan kijken naar vechtpartijen die Alexander eigenlijk niet mocht verliezen, want dan zou al snel de onvrede de kop opsteken. “Is hij wel echt zo goed als zijn vader”. Zouden we niet beter iemand anders kiezen? En dan spreek ik nog maar enkel over de Macedoniërs. Als de inwoners van de veroverde gebieden zouden denken dat Alexander slechts een schim was van zijn dan al legendarische papa, dan zou het kot in een mum van tijd te klein zijn geweest.

 

 

En dus trok Alexander allereerst naar Thracië, waar enkele stammen zich aan het roeren waren. Hoewel. Het is evengoed mogelijk dat Alexander zelf de boel wat ging opstoken in oud-Bulgarije. Thracië was als corridor tussen Macedonië en Azië simpelweg onmisbaar. Het kon dan ook geen kwaad om aan iedereen duidelijk te maken dat het niet de bedoeling was om als stoere muis op de tafel te dansen, wanneer de kat van huis was.

 

 

Of ze aggressor dan wel slachtoffer waren, de Triballi stam had de twijfelachtige eer om als eerste echte tegenstander van Alexander in de arena plaats te nemen. Geheel toevallig was dit niet. De Triballiërs waren één van de weinige strijders die Filip II een nederlaag toegediend hadden. Of toch een gedeeltelijke. Ze hadden de buit die Filip bij de Skythen had veroverd, van hem kunnen wegstelen toen hij op de terugweg was naar Pella. Een gevecht waarbij Filip zelfs gewond was geraakt. Wegens de rollende economie was dit ook financieel een zware klap geweest voor onze éénogige koning.

 

 

Tijdens de eerste ontmoeting tussen beide partijen bevinden de Tribaliërs zich op een heuvel. De Macedonische infanterie onder leiding van Alexander is in aantocht. Het strijdplan van de ThraciËrs bestond erin om volgeladen karren naar beneden te laten denderen, om zo de Macedonische formatie te doorbreken en daarna de aanval in te zetten. Alexander ziet echter meteen wat er aankomt en beveelt zijn mannen om doorgangen te creëren voor de wagens. Waar dat niet lukt, moeten de mannen hun schilden schuin voor en boven zichzelf zetten, zodat de karren als het ware over de soldaten kunnen rijden. Een beetje vergelijkbaar met  een skate ramp of een kleine helling, net zoals de Romeinen later de testudo formatie zullen invoeren.

 

Het plan werkt en er vallen geen doden en amper slachtoffers. Alexander spoort zijn mannen aan hun strijdkreet uit te roepen, laat de boogschutters eerst wat TriballiËrs doodschieten en chargeert dan.

 

Meer dan 1000 vijanden liggen dood op het terrein. Een heel deel kan ontsnappen. Wie echter niet kan ontsnappen zijn de duizenden vrouwen en kinderen die door de ThraciËrs waren meegenomen tijdens de veldtocht. Ze werden zonder pardon buitgemaakt en als slaaf verkocht. De rollende economie kon weer draaien.

 

 

Na deze keer de buit veilig te hebben gesteld, dringt Alexander verder door in Thracisch gebied om de Triballiërs nog eens duidelijk te maken wie de baas is. Hij komt aan aan de Donau, een rivier die u hopelijk welbekend is. Net als bijvoorbeeld de Rijn is het een imposante rivier die doorheen de geschiedenis een natuurlijke barrière zal betekenen, niet in het minst tijdens het Romeinse Rijk. Arrianus vermeldt dat ten N van de Rijn de Kelten wonen, een verzamelnaam voor de West- en Midden-Europese stammen. Onze historicus vermeldt ook 2 deelstammen, waaronder ook de Marcomannen zich bevinden. Kenners van de Romeinse geschiedenis weten dat ze de nachtmerrie zijn geweest van misschien wel de beste keizer van heel het Romeinse Rijk: Marcus Aurelius.

 

Maar dat is iets voor enkele eeuwen later.

 

 

Een deel van de TribaliËrs heeft zich verschanst op een eiland in de rivier. Hoewel Alexander zelfs oorlogschepen van Byzantium laat komen, slaagt hij er niet in het eiland te veroveren. Bovendien laten verkenners hem weten dat een ander deel van de vijand Alexander in de rug wil verrassen om hem plat te duwen tegen de rivier en het eerste deel van de Triballiërs.

 

De koning laat dan ook het eiland voor wat het is en richt zich tot het tweede deel. Wanneer hij hen bereikt, blijken ze zich verschanst te hebben in bossen. Net als voor zijn vader is dit ook voor Alexander vaak de grootste moeilijkheid om de stammen in Thracië te verslaan: ervoor zorgen dat de veldslag plaatsvindt op open terrein. Zeker de falanx, maar ook veel van de andere eenheden waren gewend om op open vlaktes te vechten. Het was daar dat ze hun voordeel uithaalden.

 

Wanneer de Macedonische soldaten chargeren, terwijl de vijand in het bos zit, blijkt duidelijk dat de ThraciËrs in het voordeel zijn en zelfs het overwicht hebben. Dus beveelt Alexander om lawaai te maken en vooral om de boogschutters en slingeraars de vijand te laten bestoken. Die kan zich niet inhouden en stormt op de Macedonische strijdmacht af.

 

Enige tijd later liggen er minstens 3000 dode ThraciËrs op het slagveld. Tegenover 11 dode ruiters en 40 dode infanteristen als we Ptolemeus mogen geloven.

 

 

Uiteindelijk slaagt Alexander er wel niet in om het eiland in te nemen, maar hij besluit om toch de Donau over te steken. Dit is iets waar zijn vader niet in geslaagd was en dus kan hij niet anders dan beter te doen dan papa. Freud zou er een hele kluif aan hebben gehad.

 

Deze keer is zijn woede gericht tegen de stam der Geten. De Getae. De reden hiervoor is dat deze stam zich in volle gevechtsformatie zou hebben vertoond aan de Noordelijke oevers van de Donau. Reden genoeg om hen een lesje te leren, hoewel dit meer dan waarschijnlijk eerder de manier was waarop de Geten een onbekende tegenstander welkom heetten dan een echte oorlogsverklaring. Tja, à la guerre comme à la guerre zeker.

 

 

Alexander besluit om de Geten te verrassen en gebruikt stro en ander materiaal om ’s nachts op ongeziene wijze de machtige Donau over te steken. Bij het ochtendkrieken zijn de Getae stomverbaasd wanneer ze plots worden begroet door Macedonische troepen die zich bovendien hebben verschanst tussen het riet dat zich daar bevindt. In paniek laten de Geten alles vallen, waarna de MacedoniËrs hun nabijgelegen nederzetting plunderen en de buit naar Macedonië laten verschepen.

 

Alexander zal nog een klein beetje verder trekken en zelfs de Kelten ontmoeten die helaas meer schrik hebben van de hemel die op hun hoofd zou vallen, dan van Alexander zelf. Reden genoeg voor de koning om hen als blaaskaken te bestempelen.

 

 

Deel 1 van de brand in het rijk van Alexander is geblust. Of hij het nu zelf had aangestoken om zijn route naar Perzië veilig te stellen of niet, Thracië is gepacificeerd.

 

Hoe zit het met die andere buur, Ylirië? Ook wel de neven en nichten van de Macedoniërs genoemd.

 

Toeval of niet, wanneer Alexander naar PaioniË gaat en daar de PaoniËrs en de Agrianen ontmoet, krijgt hij weet van een revolte van Cleitus, een zoon of kleinzoon van Bardylis. Dat was de Ylirische koning die de MAcedoniËrs zware klappen toebracht tot Filip II in een felbevochten veldslag de oude koning op de knieën kreeg en Ylirië aan zich onderwierp.

 

Deze kans kan Alexander zich niet laten ontglippen. Hij onderhandelt met zijn bondgenoot de Agrianen en deze stam zou zelf een vijand van  Alexander in hun buurt aanvallen, zodat hij niet op twee fronten zou moeten vechten. De Agrianen zullen nog vaak terugkomen in ons verhaal, omdat ze één van de meest gevreesde buitenlandse hulptroepen van Alexander waren. Het waren geduchte ruiters die niet bang waren van barre omstandigheden. Alexander zal ze vaak gebruiken als hij nood heeft aan onverschrokken strijders, vooral als het ruig terrein betrof.

 

 

 

Op deze manier kan Alexander richting Pellium trekken, de stad die door Cleitus en zijn bondgenoot Glaukius wordt bezet. Waar Pellium lag zullen we nooit echt weten, maar het vermoeden is dat het Gorna Gorice is, een dorp vlakbij het drielanden kruispunt van Albanië, Noord-Macedonië en Griekenland. Ergens tussen Hoog-Macedonië en Epirus in dus.

 

Alexander kwam aan in Pellium en de strijd kon beginnen. Arrianus deelt ons mee dat de YlliriËrs de dag voor de eerste veldslag nog snel 3 jongens, 3 meisjes en 3 zwarte rammen offerden. Wat een barbaren toch, die YlliriËrs!

 

Alexander begint aan het beleg van Pellium, ergens in de winter van 335-334 v Chr. Het lijkt een koud kunstje te worden om de YliriËrs uit te roken, tot plots Glaukias in de rug van de Macedonische troepen verschijnt.

 

Het is een bijzonder delicate positie waarin onze jonge held zich bevindt. Hij is omringd door bossen, een rivier en de troepen van Glaukias op een heuvel en die van Kleitus in de stad, klaar om hem aan te vallen, wanneer de mogelijkheid zich voordoet. Er is slechts een smal pad dat een uitweg biedt.

 

Tijd voor Alexander om zijn trukendoos boven te halen. Hij geeft orders aan zijn falanx om zich 120 rijen diep op te stellen en hij laat hen driloefeningen uitvoeren. Zowel Cleitus in Pellium als Glaukias op de heuvel, hadden de eer te kunnen toekijken. Ze zien hoe de infanteristen met hun 6-meter lange sarissa’s in ijzige stilte verschillende formaties aannemen. Enkel het schrille geluid van de bevelen van de officieren en het zwiepen van de speren in de lucht is hoorbaar.

 

Het is genoeg om de YliriËrs minstens gedeeltelijk van hun melk te krijgen en ervoor te zorgen dat de MacedoniËrs een deel van de heuvels kunnen innemen.

 

Nu denkt u: dat moet niet moeilijk zijn, een bende kneuterboertjes wat schrik aanjagen. En hoewel het klopt dat de yliriËrs verre van de discipline hadden van de Macedoniërs, schrikkepieten waren het zeker niet. Het moet een indrukwekkend beeld geweest zijn: duizenden soldaten die perfect synchroon aanvalshandelingen uitvoeren. Eigenlijk was het meer een pluim voor de manier waarop Filip II zijn leger had geperfectioneerd, dan een verdienste voor Alexander, maar dat is slechts bijzaak.

 

Als u wilt weten waarom de Macedonische falanx zich met sprekend lijkend gemak door PerziË zal snijden en met enorm veel moeite gestopt zal worden door de Romeinen, dan is hier een deel van uw antwoord. Een goed gedrilde en gebruikte falanx was als een pletwals. Helaas was het ook een enorm log en kwetsbaar ding, wanneer het zich bevond op slecht terrein of niet werd ondersteund door een competente generaal en een heel scala aan hulptroepen. Maar dat laatste kunnen de YliriËrs natuurlijk niet weten wanneer ze worden geconfronteerd met Alexander zijn Broadway-optreden.

 

 

Hoewel de heuvels nu waren ingepalmd door Macedonische troepen,  is de veldslag verre van voorbij. De troepen van Kleitus zitten nog steeds klaar in Pellium en die van Glaukias hebben zich hoogstens wat verplaatst naar verderop gelegen gebied. Bovendien heeft Alexander dringend voedsel nodig. Het was namelijk onmogelijk gebleken om voedsel en andere voorraden te verzamelen, omdat voedselzoekers belaagd werden door Ylirische troepen.

 

Alexander kopieert dan maar de man die er bijna als enige in was geslaagd zijn vader te verslaan: Onomarchus. De koning gebruikt de belegeringswapens als artillerie, net als de Fokiërs hadden gedaan tegen Filip. Op die manier geraakt hij eindelijk uit de Ylirische wurggreep.

 

Niet veel later krijgen de Ylirische troepen de finale doodssteek, wanneer Alexanders verkenners de koning meedelen dat hun vijand slordig is geweest en het door hen opgezette kamp amper bewaakt en versterkt is.

 

Er volgt niet meer of niet minder dan een slachtpartij, wanneer de Macedonische troepen ’s nachts het kamp binnenvallen en de verbouwereerde YliriËrs in mootjes hakken.

 

Mochten de conventies van Genève al bestaan hebben in de 4e eeuw voor Christus, er was geen artikel geweest dat Alexander niet had geschonden tijdens de voorbije campagnes.

 

En nog wil hij verdergaan, want Kleitus slaagt er toch in te ontsnappen en steekt bij zijn vlucht Pellium in brand.

 

Toch eindigt het hier en ik zal op de website een link plaatsen naar een leuk Youtube filmpje met een geanimeerd overzicht van de pacificatie van ThraciË en YliriË. Zonder veel bloedspatten welteverstaan. Het moet gezellig blijven natuurlijk.

 

 

Waarom stopt onze rusteloze adolescent. Wel, het nieuws bereikt hem dat Thebe aan het revolteren is. Kent u Thebe nog? De stadsstaat in Boetia die indertijd met de Perzen heeft meegevochten? Net als de MacedoniËrs trouwens, maar dat is maar een detail.

 

Er was een MAcedonisch garnizoen in de stad aanwezig, maar de Thebanen hadden dit garnizoen aangevallen en vastgezet in de Cadmea, een citadel die zich bevond tussen de eerste en tweede verdedingsmuur van de stad.

 

 

U raadt nooit wie mee deze opstand had veroorzaakt door niet alleen de door Alexander verstoten democratische elite te sponsoren, maar ook door een verhaal te fabriceren over de dood van de koning.

 

Aaah, eigenlijk moeten we hem ook ergens feliciteren. Heeft niet elke grote leider een nemesis nodig om zelf ook groter te worden?

 

En je kan Demosthenes in ieder geval niet van een gebrek aan doorzettingsvermogen beschuldigen.

 

De Atheense orator beloofde bovendien dat zijn thuisstad zeker de opstandige Thebanen zou helpen, in geval van een conflict met de MacedoniËrs.

 

Net als Alexanders dood was ook dit helaas een leugen.

 

 

Wanneer Alexander het nieuws verneemt dat er wat broeit in Thebe, maakt hij stante pede rechtsomkeer. Niet alleen kan hij zich geen opstanden in Griekenland veroorloven, dit is ook het perfecte moment om aan de stadsstaten te tonen dat hij geen pacifistische geitenwollensokkendrager is.

 

In 13 dagen staat het leger aan de poorten van Thebe. Ruim 500 km, wat neerkomt op een gemiddelde van 40 km. Als u nu denkt, dat zou mij misschien ook wel lukken, dan denkt u verkeerd. Minstens 3 bergketens moesten worden bedwongen, nog afgezien van alle andere hindernissen en enkele tientallen kilo’s bagage per persoon. Dit was niet meer of minder dan een huzarenstukje van een gedisciplineerd en afgetraind superleger.

 

De Thebanen geloven eerst niet wat ze zien. Alexander was toch dood? Of toch minstens ergens aan het vechten in YliriË. Er wordt dan ook vermoed dat het een klein garnizoen is, geleid door Antipater. Wanneer de waarheid doordringt en Alexander de Thebanen ogenschijnlijk de tijd geeft om zich over te geven, volhardt Thebe echter in haar standvastigheid.

 

Het imposante leger wordt nog eens aangevuld met wat Griekse troepen, om de schijn hoog te houden dat dit alles een beslissing is van de Amfyctionische Raad of de Korinthise Liga. Heel wat buren van Thebe staan likkebaardend klaar om de leidende macht van Boetia een toontje lager te doen zingen.

 

 

Er wacht Alexander een moeilijke en lange belegering van de stadsstaat met zijn stevige verdedigingswerken.

 

Op een bepaald ogenblik kan Perdikkas, een goeie vriend van Alexander, zich niet inhouden en bestormt hij de uiterste omwalling. Regelrecht tegen de consignes van de koning in. Een hoogst concrete anekdote en eentje die later nog zal terugkomen. Niet toevallig krijgen we deze te horen van Arrianus die zoals we weten zich baseert op Ptolemeus, ook een goede vriend van Alexander én van Perdikkas.

 

En geloof het of niet, maar Perdikkas en Ptolemeus zullen na Alexanders dood een zwaar robbertje vechten over Alexanders nalatenschap. Het lijkt er dan ook op dat we deze anekdote misschien niet al te serieus moeten nemen.

 

Hoewel, laten we Perdikkas hier wat in ere herstellen, want Diodorus Siculus beweert dan weer dat het net de onwettige bestorming is die uiteindelijk het eindspel van Thebe inzet. De Thebanen verweren zich namelijk dapper tegen de roekeloze aanval, maar bij hun terugtocht kunnen er toch wat Macedoniërs de stad binnensluipen en zelfs het Macedonisch garnizoen in de Kadmeia bevrijden.

 

Een woeste strijd ontspint zich in de nauwe Thebaanse straten waar de verdedigers vechten alsof hun leven ervan afhangt. En dat doet het ook. 6000 trotse Grieken liggen dood op het slagveld, een veelvoud van Chaeronea.

 

Maar dat is nog niet alles, heel de stad wordt letterlijk met de grond gelijk gemaakt. Of toch bijna letterlijk. Elk gebouw wordt tot op de laatste steen afgebroken, op het huis van de poëet Pindar na. Omdat die gunstig stond tov het Macedonische hof, ergens in de 5e eeuw voor Christus. Tja.

 

Het moet een apocalyptisch beeld geweest zijn voor de nazaten van Pindar, wanneer ze de volgende dag niets dan puin zien, hun huis uitgezonderd. Van een pyrrhusoverwinning gesproken.

 

Stat Thebus pristina nomine, nomina nuda tenemus, om Umberto Eco in de naam van de roos te parafraseren.

 

Thebe van weleer bestaat als naam, naakte namen houden we over.

 

Naakte namen én een slachtpartij, ongetwijfeld met de nodige wreedheden en verkrachtingen erbij. Heel de nog levende bevolking wordt verkocht als slaaf, om zo de Macedonische oorlogsmachine te financieren.

 

Als een volleerde Pontius Pilatus wast Alexander zijn handen in onschuld. Het waren namelijk de Boetische hulptroepen, samen met de Thracische barbaren die het gros van de wreedheden hadden verricht.

 

De koning roept zelfs een soort ad hoc vergadering van de Korintische Liga bijeen, waarbij hij hen laat beslissen wat er moet gebeuren. Wonder boven wonder verkiezen ze dat Thebe met de grond moet worden gelijkgemaakt.

 

 

In ieder geval heeft Machiavelli zijn zin. De hellenen zullen zich nauwelijks nog roeren, ook niet wanneer Alexander zich duizenden kilometers verderop bevindt.

 

Athene en omstreken zijn in shock en vrezen de volgende te zijn. Maar Alexander kan niet zonder hun vloot, dus krijgen ze een fluweelzachte behandeling. Eerst verzoekt hij nog de uitlevering van Demosthenes en een aantal van zijn trawanten, maar na wat onderhandeling en ongetwijfeld ook wat steekpenningen moet er slecht één iemand worden uitgeleverd: en die Chinese vrijwilliger is Charidemus, louter toevallig de enige niet-Atheense Griek van het gezelschap. Wat een helden toch, die mannen in de oudheid.

 

 

De Atheners zullen later wel actief Thebaanse ballingen aansporen om zich vestigen in de stad, in weerwil van de edicten van Alexander. Want ja, er waren heel wat aristocraten kunnen ontsnappen, net voor het beleg van Thebe. Nadat ze eerst het volk hadden opgepookt waren ze de enige die konden vluchten, omdat enkel zij paarden ter beschikking hadden. Heerlijk toch, die nobele edellieden. Solidariteit en eergevoel is leuk, tot de grond wat heet onder de voeten wordt. Dan is zelfbehoud en egoïsme toch net iets leuker en is samenhorigheid toch meer iets voor het gepeupel.

 

Er wordt zelfs verteld dat een Athener een een Thebaanse edelvrouw opkoopt op de slavenmarkt. Niet om haar vrij te laten, maar als minnares te gebruiken.

 

Net als in de 21e eeuw klinken woorden van stoere mannen soms holler dan een lege kerk.

 

 

De Griekse stadsstaten zullen zich dan wel koest houden in Griekenland, respect zal Alexander van hen nooit meer echt krijgen. Daarvoor is de shock van de brute verwoesting van Thebe te groot. Duizenden doden zijn geen probleem, maar dat wordt het wel als het plots je gelijken zijn die worden afgeslacht, ipv een bende barbaren. Denk aan Filips veldtocht, die ook een ver van ons bedshow was voor de Grieken tot de stadsstaat olynthus werd vernield. Dat is toch net dat tikkeltje gruwelijker.

 

 

De schandvlek van Thebe mag echter niet doodgenuanceerd worden en zal nog 100en jaren een smet op Alexanders blazoen blijven, tot de tand des tijds hem alsnog een oppoetsbeurt geeft.

 

 

Ik wil u nog één anekdote over de verovering van Thebe niet weerhouden, omdat ze vaak in mijn ogen wordt gebruikt als een soort tegengewicht tegenover de verwoesting van de stadsstaat. Een gewicht dat op de balans wordt gelegd om zo aan te geven dat Alexander ook zijn goede kanten had.

 

Er was namelijk een Thebaanse edelvrouw die ook de strapatsen van Alexanders leger moest ondergaan en werd aangevallen en verkracht door Thracische mannen. U hoort het al: het zijn die verdomde barbaren weer.

 

Na haar verkrachting vraagt de Thracische leider waar het goud en geld van de vrouw ligt. Ze zegt dat het verstopt is in de waterput in het midden van haar tuin. Daar aangekomen zegt ze aan de ThraciËr dat hij diep in de waterput moet kijken, waarna ze hem erin duwt en er stenen in gooit.

 

Zoiets kan natuurlijk niet en de vrienden van de gesneuvelde soldaat brengen de vrouw voor Alexander. De vrouw deinst niet terug en vertelt een verhaal over een familielid dat gesneuveld was tijdens de slag van Chaeronae, tegen Filip II.

 

Zwaar onder de indruk verleent Alexander de vrouw gratie, net als haar kinderen. Ze krijgt zelfs wat geld toegestopt. Wat een nobele heerser is die man toch.

 

 

 

Ik denk dat het tijd wordt dat we hier stoppen, vooraleer we hier té cynisch worden. Het is niet dat ik niet wist waar ik aan begon toen ik besloot om deze podcast te maken.

 

Alexander de Grote was, als we de bronnen mogen geloven, geen wrede sadist, maar een voor zijn tijd bijzonder aimabele en begripvolle leider. Is dat misschien een positieve noot om af te sluiten?

 

Misschien kan ik het aan u de luisteraar overlaten naar welke richting u de balans wilt laten overhellen?

 

Heeft ú vandaag een traan gelaten bij de tot slaven verkochte TriballiËrs, bij de onwetende Geten die Alexander welkom heetten om dan te moetn toekijken hoe hun huizen en voedsel verwoest worden, of bij de Yliriërs die in hun slaap de keel werd overgesneden?

 

Of begon uw empathie logischerwijze pas wanneer we meer plastische details kregen ipv cijfers, tijdens de verwoesting van Thebe waar mensen werden uitgemoord waarmee de vroegere en latere schrijvers zich een stuk meer mee konden identificeren dan met de barbaren uit de Balkan?

 

 

Ach, geschiedenis is wat het is, niet wat ik of u wou wat het was. Wreedheid is er een spijtig onderdeel van, dus laten we ons optrekken aan de kleine lichtpuntjes en de mooie verhalen.

 

Ik ga het in ieder geval niet nodig achten om elke keer zo lang stil te staan bij de vele doden. Het is belangrijk vind ik om alle kanten van het verhaal te tonen, maar het blijft iets wat zich 2300 jaar geleden heeft afgespeeld, niet eergisteren of zelfs maar de vorige eeuw. Het blijven verhalen, geen voorvallen waar een waarheidscommissie of oorlogstribunaal voor moet worden opgericht.

 

 

Hopelijk kan ik u dus nog begroeten bij één van de volgende afleveringen.

 

Er staan een namelijk een aantal fascinerende zaken op til. Ik ben een interview met een zeer interessante gast aan het voorbereiden en ik heb ook eindelijk de moeite gedaan om aflevering 3 over de helleense stadsstaten opnieuw in te spreken. Het stuk over oorlogsvoering heb ik eruit gehaald en zal ik in een nieuwe aflevering steken, die u dan gewoon kan overslaan. Daarna ga ik een korte aflevering besteden aan Alexanders leger. Gewoon kort, om alles wat meer body te geven.

 

En dan, dan is het tijd voor onze eigenlijke boksmatch met DArius III in de ene hoek en Alexander III in de andere. Dat zou verdorie ook tijd worden!

 

 

Ziezo, een iets kortere aflevering, maar ik hoop toch wel dat er genoeg actie en dramatiek instak om u even te doen reflecterrn over de o zo interessante oudheid. En dan moet het mooiste, of het wreedste, nog komen in deze pocast, maar dat belet mij niet om u toch nog een prettige ochtend, dag, avond of nacht toe te wensen.

 

 

Ĝis revido. Tot ziens

 

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.