Dag iedereen en welkom bij de wonderlijke avonturen van Alexander, een podcast over het leven en de geschiedenis van koning Alexander III van Macedonië, in het Schotse Gaelic beter bekend als Eulèsdeir Moor.
We vieren de tiende aflevering van deze podcast. Geschenkjes mogen gestuurd worden in de vorm van reviews op apple podcasts, of als berichtjes naar info@alexanderdegrote.info of naar de wonderlijke avonturen van Alexander op Facebook.
Toen ik jullie de volgende keer aansprak, werd een zekere Alexander geboren, maar het was vooral zijn papa die in de schijnwerpers stond. Ook deze aflevering draagt diens naam in de titel:
Aflevering 10: het Griekse rijk van Filip “de Grote”, met weer die laatste twee woorden tussen aanhalingstekens.
Op 3 maart 2021 sloten we de vorige aflevering af met een Filip die baas was over Noord-Griekenland en de Macedonische buitengrenzen. Grote delen van YlliriË en Thracië, maar ook Epirus, Laag- en Hoog Macedonië én Thessalië zaten strak onder de Macedonische knoet.
Vanuit Athene keek Demosthenes en hij zag dat het slecht was. Zelfs de Chalkidiki behoorde nu Filip toe.
Vandaag proberen we eerst wat perspectief te geven aan Filips verhaal en de vraag of Demosthenes een betrouwbare voorspeller was of een ordinaire kwaadspreker. Daarna behandelen we deel 3 en 4 van Filips veroveringstocht, met tussenin een kleine reflectie over het Macedonische leger en de hervormingen die Filip doorvoerde.
Er komen ook wat glimpsen en anekdotes van Alexander tevoorschijn en we sluiten af met een eerbetoon aan al de gesneuvelden. Klaar?
Quo Vadis, Filipus? Dat vroeg iedereen zich nu wel af, niet in het minst de Filphatende orator uit Athene. Demosthenes lijkt in zijn speeches Filip af te schilderen als een kwade genius die zijn diabolische plannen om heel Griekenland ten onder te doen gaan, langzaam maar zeker uitvoert.
Als we nu terugkijken op die periode lijkt het of Demosthenes als een Nostradamus uit de oudheid de toekomst voorspelt. Maar is dat wel zo?
Het is maar de vraag of Filip een groot omvattend plan had om heel de wereld te veroveren. We zullen later in deze aflevering zeker zien dat hij het is die plannen maakt om Azië binnen te vallen. Dat betekent echter niet dat hij bij zijn troonsbestijging één of ander uitgekiend veroveringsplan ter beschikking heeft. Niemand gaat ontkennen dat Filip een vooruitdenkend man was met een nooit geziene neus voor strategische inzichten. Maar het is niet omdat hij telkens de juiste beslissingen neemt, dat hij daarom in 358 al wist wat hij 20 jaar later zou doen.
Filip verliest het grotere plaatje maar zelden uit het oog, maar als we een correcte analyse willen maken van zijn heerschappij lijkt het me correcter dat we stap voor stap vooruitgaan, zonder de toekomst als een deterministische zekerheid te beschouwen. Zo zal Filip het ook gedaan hebben, onder het motto, beter een klein koninkrijk met stevige buitengrenzen, dan een reusachtig rijk dat om de haverklap wordt gepenetreerd. Het is een motto dat niet alleen het Romeinse Rijk tijdens zijn doodsstrijd na de geboorte van Christus, maar zeker ook zijn zoon, beter wat meer in het achterhoofd hadden gehouden.
Filip beheerst als geen ander de kunst om de perfecte veroveringssnelheid aan te nemen, zonder dat hij ooit van traagheid beschuldigd kan worden. Want laat één ding duidelijk zijn: ook Filip wil liever een groot dan een klein koninkrijk.
In 349 zien we dat Filip II ook nu weet dat hij niet moet lopen vooraleer hij kan stappen. Het is niet omdat hij de baas is over al de gebieden die ik daarnet heb opgesomd, dat hij dan plots maar een volgend gebied gaat binnenvallen. En al zeker geen gebied dat niet onmiddellijk grensde aan gebied dat al onder zijn controle is.
We zien dat er rond de decenniumwisseling van 350 3 kernstrijdgebieden zijn.
Te beginnen met Athene. Zoals gezegd lag Attica te ver om er echt met een leger binnen te vallen, maar deze strijd werd niet op het grondgebied van de strijdende partijen uitgevoerd. War by proxy zoals dat zo mooi heet. Een beproefde Amerikaanse strategie. Nu nog steeds.
De Atheners en Filip hadden al oog in oog gestaan in Potidaea, dat niets minder was dan een Atheense kolonie, maar ook in Olynthus, waarvoor Demosthenes zijn befaamde Olynthiacs schreef en Filip maar liefst 2000 Atheners gevangen nam. Gevangenen die nog steeds in Filips handen waren.
Daarnaast is er uiteraard Amphipolis waarvan Filip tot twee keer beloofde dat hij het zou teruggeven aan de Atheners, maar die belofte brak. Of dat was toch wat Demosthenes ervan maakte.
Daarnaast begint Filip ook wat goud te sturen richting Euboia het net niet schiereiland, dat naast Athene lag. Het was niet alleen belangrijk door de nabijheid, maar ook omdat er graan werd verbouwd dat naar Athene werd verscheept. Filip probeert om een bevriend leider aan de macht te krijgen, maar helemaal slaagt hij daar niet in.
Filip onderhandelt rond deze periode met de Atheners om een vrede te bewerkstelligen. Er is heel wat discussie onder historici over de vraag of Filip wel oorlog wou met Athene en niet eerder een alliantie wilde aangaan. Voor dat laatste valt heel wat te zeggen. Keer op keer behandelt hij Athene mild en probeert hij om vrede met hen te sluiten. Ook nu onderhandelt hij over vrede met de democraten uit Attica.
Maar wanneer we aankomen in ons tweede strijdgebied, is het duidelijk dat zowel Athene als Filip de vredesonderhandelingen met een korrel zout aan het voeren zijn. Gedurende jaren wordt er namelijk oorlog gevoerd in de Chersonese. Het schiereiland wat nu aan Gallipoli ligt, aan de Dardanellen.
Dit is een gebied dat nog belangrijker is voor de graantoevoer naar Athene dan Euboia. Filip, al dan niet via zijn generaals Antipater of Parmenion lijkt zeer goede resultaten te boeken en krijgt heel wat Atheense nederzettingen in handen. De historische bronnen beginnen plots te spreken over een Macedonische vloot, hoewel het woord vloot hier ruim moet worden opgevat. Het lijkt erop dat Filip een zeer beperkte guerrilla vloot op poten zet. Miniscuul in vergelijking met Athene, maar de koning van Macedonië weet als geen ander om met beperkte middelen een maximaal resultaat te behalen. Hij zal de vloot in eerste instantie gebruiken als een soort veredelde piratenbende, om daarna meer gecoördineerde acties uit te voeren. Hoewel deze schepen op geen enkel moment in de geschiedenis ook maar in de buurt komen van legendarische scheepsvolkeren als de Atheners, de Feniciërs of de Cyprioten.
Deze Chersonese lag deels ook in Thracisch gebied, zodat Filip ook hier weer een paar stukjes kon inpikken.
Ook in ons derde en laatste strijdgebied is Athene gedeeltelijk betrokken. We hebben het hier namelijk over de Derde Heilige Oorlog waar Filip maar al te graag betrokken is geraakt. Zoals u weet had Fokis het heiligdom van Delfi geplunderd en daarmee in strijd geraakt met zijn buur Thebe en met Thessalië. Athene en Sparta hadden dan maar de kant van Fokis gekozen. Filip niet uiteraard.
Na de nederlaag van Onomarchus tegen Filip op de krokusvelden was Fokis niet meer wat het ooit was geweest, maar er waren blijkbaar nog wat gouden geschenken die omgesmolten konden worden om huurlingen te betalen.
In 347 lijkt Thebe de beslissende klap te geven aan Fokis en roept het de hulp in van Filip die zo slim is om slechts een kleine troepenmacht te sturen. Genoeg om de Fokiërs kalm te houden, maar te weinig om ervoor te zorgen dat de Grieken in BoetiË ophielden met elkaar te vechten of Thebe met de eer kon gaan lopen.
Want Filip, ja, dat was gewoon een genie. Een pacifist, dat niet. Maar in Griekenland en omstreken was er geen leider die zijn gelijke kende in de éénogige Argeade.
Er zijn namelijk onderhandelingen aan de gang, die in 346 zullen leiden tot de zogeheten Vrede van Filocrates, genoemd naar de Atheense generaal die mee onderhandelde over de voorwaarden van het vredesverdrag.
Terwijl alles in kannen en kruiken lijkt, kan Filip helaas niet de verplichte eed zweren om het verdrag te ratificeren. Hij is namelijk in de Chersonese en ThraciË bezig om oorlog te voeren. Op die manier duurt het maanden eer het verdrag definitief wordt. En dat is niet alleen nuttig, omdat in het verdrag staat dat iedere verdragsstaat mag behouden wat hij heeft. En hoe meer er veroverd wordt, hoe meer Filip mag behouden natuurlijk.
Meer nog, terwijl Filip op zijn dooie gemak terugkeert om de eed te zweren, laat hij een deel van zijn troepen naar het zuiden trekken. Zogezegd om in het uiterste zuiden van Thessalië een opstand neer te slaan.
Maar wanneer de koning uiteindelijk de noodzakelijke eed zweert, stuurt hij zijn troepen nog een klein beetje zuidelijker. U raadt nooit wat er daar ligt: de pas van Thermopylae. De toegang tot Centraal en Zuid-Griekenland. Voor iemand er erg in heeft, nemen de Macedonische troepen de pas in en stoten door naar Focis.
De Zuidelijke Grieken weten niet wat hen overkomt. Sparta slaagt er op die manier niet in om tijdig haar Fokische bondgenoten met hulptroepen te ondersteunen en Athene is conform het nieuwe vredesverdrag zelfs verplicht om hulptroepen naar Filip te sturen. Tegen haar vroegere bondgenoot Fokis in.
Fokis is verloren en Filip sluit zelfs een deal met de Fokische bevelhebber waardoor diens Peloponnesische huurlingen ongestoord kunnen wegtrekken.
Zonder bloedvergieten neemt Filip Fokis in en beëindigt zo de zoveelste Griekse burgeroorlog. Niet alleen maait hij zo Thebe het gras voor de groeten weg, dwingt hij Athene om haar bondgenoot te verraden en stuurt hij de Spartanen met het schaamrood op de wangen terug naar de Peloponesos.
Of neen, dat is op zich al voldoende om met open mond naar dit schouwspel te staren. Want om het helemaal af te maken, staat het gros van zijn leger met hun botten bijna in de klei van Attica. En het strafste van al is dat dit alles gebeurd is met instemming van zowel Athene als Thebe.
Beide stadsstaten waren ook niet idioot. Ze voelden allebei wel ergens dat ze in het ootje genomen waren door onze goedaardige cycloop, maar gedane zaken nemen helaas geen keer.
Thebe moppert dan wel dat de FokiËrs niet hard genoeg gestraft werden en in Athene gaan er stemmen op om Filocrates ter dood te veroordelen omdat de vrede die zijn naam draagt enkel in het voordeel van Macedonië blijkt te zijn. Demosthenes beschuldigt de generaal er namelijk van omgekocht te zijn geweest door Filip.
Het is echter gerommel in de marge. We schrijven het jaar 346 en een derde mijlpaal mag op het conto van Filip worden geschreven, na de zege op de Yliriers in 358 en de doodssteek van Olynthus 10 jaar later in 348.
Een Macedonische koning beëindigt een intern Grieks conflict en zijn troepen kijken genoegzaam uit op de Zuid-Griekse landerijen. Dat hebben we nog niet eerder gezien.
En als u denkt dat alle Grieken Filip even hard haten als Demosthenes, dan vergist u zich pijnlijk. Vele, vooral kleinere stadsstaten zijn blij dat de nutteloze onderlinge vechtpartijen voorbij zijn en de macht van de grote 3 wat getemperd is.
Om nog maar te zwijgen van de nuchtere vaststelling dat het een Macedoniër is die het orakel van Delfi opnieuw laat spreken. Ongetwijfeld zal menig devote Griek goedkeurend Filip hebben opgenomen als onderwerp van het avondgebed.
Maar voor niets gaat de zon op natuurlijk en onze koning is geen wilde weldoener. Eerder een Bill Gates die de passie predikt als het zijn aandelen goed uitkomt.
Want de Amfyctionische raad, die waakt en beslist over Delfi, oordeelt in al haar goedheid dat Filip, in ruil voor zijn goddelijke veldtocht, het voorzitterschap krijgt van deze heilige raad.
Ik heb een hekel aan sportmetaforen, dus laten we het erop houden dat Filip in 346 aan de winnende kant is, om het zacht uit te drukken.
Deel 3 van zijn veroveringstocht is hiermee ten einde. Niet alleen voegt hij een stuk van Thracië toe aan zijn koninkrijk en verstevigt hij zijn greep op Thessalië, maar hij staat ook aan de poorten van Thebe en Athene.
Misschien geeft ons dat even tijd voor een leuke Alexanderanekdote die recht uit de Alexanderroman zou kunnen komen. Onze kroonprins is op dit moment 10 jaar en wanneer er een Thessalische paardenhandelaar aan het hof in Pella passeert, staat Alexander op de eerste rij om de prachtige paarden te bewonderen.
Eén van de paarden is een gigantisch zwart beest met een vlek in de vorm van een ossehoofd op zijn voorhoofd. Het dier is echter te wild en kan door niemand gekalmeerd, laat staan bereden worden. Filip, noch zijn notabelen, willen dan ook iets met het dier te maken hebben.
Maar de jonge Alexander richt zich tot zijn vader en zegt dat hij het dier wel wil proberen te temmen. Filip lacht smalend en zegt dat als het hem lukt, het dier van hem is.
Niemand van de toeschouwers twijfelt eraan dat het dier in geen tijd het kind van zich af zal werpen of zelfs verpletteren. Alexander nadert het dier en had al lang gemerkt dat het schrik had van zijn eigen schaduw door de felle Macedonische zon. Hij zorgt ervoor dat de schaduw van het paard niet in diens gezichtsveld komt en slaagt erin op het paard te klimmen. Hij doopt het paard Bucephalos, oftewel ossenhoofd.
Alle aanwezigen kijken vol bewondering naar de kleine prins en Filip spreekt hem trots toe dat hij een ander koninkrijk voor zichzelf zal moeten zoeken, omdat Macedonië te klein is voor iemand zoals hem. Achteraf gezien is het maar de vraag of het wel slim was om de hyperambitieuze Alexander dergelijke ideeËn in het hoofd te steken.
Prachtig verhaal natuurlijk, maar zo goed als zeker apocrief, om maar eens een peperduur woord te gebruiken.
Waar of niet, Alexander had wel degelijk een paard met de naam Bucephalos dat hij bereed tijdens zijn meest legendarische veldslagen. Wanneer het dier sterft, zal hij er zelfs een stad naar vernoemen: Alexandria Bucephalous. Maar dat is voor veel, veel later.
Filip heeft op dat moment belangrijkere katten te geselen dan zich zorgen te maken over de ambities van zijn geniale zoon.
Zo doen die barbaarse Yliriërs weer wat moeilijk aan de buitengrenzen en nu Filip de redder én leider van Griekenland is geworden, kan hij zelf ook eens de term barbaar voor iemand anders gebruiken. Met een groot leger wordt de toekomstige Joegoslaven nog maar eens duidelijk gemaakt dat ze zich beter koest houden.
Daarna moet ook aan Thessalië nog eens worden duidelijk gemaakt dat Filip ook daar de baas is en in 344 lijken ook deze fronten weer onder controle.
Hierna is het tijd voor wat verdere inmenging in de Zuid-Griekse politiek, waar Macedoniës rijkdom de koning in staat stelt om zich opnieuw te mengen in Euboia, het eiland naast Athene en nu ook zelfs in de Peloponesos. In Steden als Argos en Messene (niet te verwarren met het antike Mycene) lijken pro-Macedonische de bovenhand te krijgen. Onder meer door actieve omkoping, maar ook omdat veel van deze stadsstaten het beu zijn dat ze steeds maar weer gedomineerd worden door Sparta.
Want vergis u niet: Demosthenes mag dan wel roepen dat Filip zijn rijk gebouwd is op omkoping en bedrog, er zijn genoeg Grieken te vinden die de koning enkel steunen omdat ze maar al te graag verlost zijn van het juk van Athene, Sparta, of Thebe.
Het is duidelijk dat niet iedereen het al doorheeft, maar de rollende Macedonische sneeuwbal heeft aan het einde van het decennium 350-340 al teveel in beweging gezet, waardoor Griekenland nooit meer hetzelfde zal zijn. Zelfs als Filip hierna al zijn veldslagen had verloren, zou het zeer onwaarschijnlijk zijn geweest dat iedereen kon terugkeren naar de orde van de dag.
En wel, het heeft weinig nut om hierover te filosoferen, want Filip verliest niet al zijn veldslagen. In 342 eindigt hij zijn schaakspel met Epirus. De broer van Olympias, Alexander van Epirus en neef van de huidige Epirotische koning, wordt door Filip op de troon geplaatst. En dat mag u een klein beetje letterlijk nemen. Want Filip marcheert samen met Alexander van Epirus richting het koninkrijk in Albanië om ervoor te zorgen dat er exact gedaan wordt wat er door hem gevraagd wordt.
En nu hij daar toch is, stoomt hij door naar de Ionische Zee, ten westen van Epirus, om daar wat Griekse kolonies te veroveren en deze onder controle van de nieuwe Epirotische koning te plaatsen.
En terwijl Alexander van Epirus koninkje mag spelen, onder het waakzame oog van Filip, krijgt zijn naamgenoot, die nu 13-14 jaar is, een nieuwe leermeester. Een zekere Aristoteles. Deze leermeester heeft een academie in Mieza waar Alexander en andere kind-edelen een meer dan bovengemiddelde opleiding krijgen.
De opleiding neemt een einde wanneer Alexander in 340 een eerste keer van de macht mag proeven, door in Pella regent te spelen, terwijl zijn vader aan het vechten is in Thracië. Alexander toont onmiddellijk dat hij klaar is voor eer en glorie en besluit eigenhandig om een strafexpeditie te organiseren tegen een nabijgelegen volk. Hij zet ook meteen een Macedonische nederzetting in het gebied op poten. En geloof het of niet, maar hij noemt deze nederzetting geheel onbaatzuchtig: Alexandropolis.
Maar we zijn iets te snel gegaan. Terug naar het jaar 342 en zelfs nog een stukje eerder. Herinnert u zich het einde van de Derde Heilige Oorlog en de Vrede van Filocrates? Doordat Filip de voorzitter is geworden van de Amfictionische Raad, mag hij ook de Pythische Spelen voorzitten. Dit zijn de tweede belangrijkste spelen, na de Olympische. De Atheners weigeren om een delegatie naar deze spelen te sturen, opgejut als ze zijn door Demosthenes.
In werkelijk zijn enige speech met een gematigde toon, roept Demosthenes de Atheners op om toch een delegatie naar Filip te sturen. Want hij weet ook dat Athene een heilige oorlog riskeert als ze dit niet doen. Met hangende pootjes sturen de Atheners alsnog een delegatie. Filip zal geglunderd heben.
Maar na deze vredesspeech herneemt Demosthenes zijn haatcampagne. En met vuur. Hij zorgt ervoor dat Filocrates de stad moet ontvluchten en in absentia ter dood wordt veroordeeld. Iedereen die zich niet even hard verzet tegen de Macedonische overheersing, riskeert een proces. Vele vluchten dan ook de stad uit.
Demosthenes richt zich zelfs tot zijn grootste opponent, de orator Aeschines. Deze laatste besluit om de confrontatie aan te gaan. Met een overschot van 30 stemmen op een totaal van 1500 overleeft hij bijzonder nipt de stemming die een einde aan zijn carrière en waarschijnlijk aan zijn leven zou gemaakt hebben.
De queeste van Demosthenes zorgt ervoor dat er niet alleen in Athene, maar in heel Griekenland tegenkanting komt tegen Filip II.
De koning is op dat moment in Thracië bezig om te vechten tegen Cersobleptes, een Odrysische koning en tegen Atheense generaals die de graanroute vanuit de Zwarte Zee proberen te preserveren. Het is tijdens deze campagnes da Alexander even de plaats in mag nemen van zijn vader.
Ik ga u een gedetaileerd overzicht van de campagnes besparen en uiteindelijk zal Filip nog meer Thracisch grondgebied innemen. Maar vergis u niet, deze campagnes zijn zwaar en uitputtend. Het lijkt op dit moment vanzelfsprekend dat Filip zijn leger altijd maar wint, maar dat is het absoluut niet. Zijn reeks van halve en hele overwinningen is werkelijk ongezien. We kunnen alleen Cyrus de Grote eenzelfde expansie toewijzen als de Macedonische koning. Hoewel het gebied dat Cyrus de Grote verovert nog enkele malen groter is.
Maar toch, Filips professioneel leger is een goed geoliede veroverings- en moordmachine. Filips ontwikkeling van zijn belegeringstorens zorgt ervoor dat geen stad veilig is als de MAcedoniërs voor hun poorten kamperen. YliriËrs en Thraciërs kunnen misschien even goed vechten dan hun buren, maar zet ze voor een hoge omwalling en ze krabben zich achter de oren: wat moeten we hiermee beginnen?
Dit moet voor vele stedelingen als een schok zijn gekomen. Al vele generaties wanen ze zich veilig, zolang de poorten van de stad maar toeblijven.
Die tijden zijn voorbij.
Filip introduceert ook de sarissa, een speer van soms wel 7 m lang. 7m, dat is echt gigantisch, zeker in vergelijking met de hoplietensperen. De sarissa werd met twee handen vastgehouden en had een tegengewicht aan de achterzijde die ook als reservespeer kon gebruikt worden. De Macedonische falanx kon wel 16 rijen diep zijn, waarbij de voorste rij de speer horizontaal hield en de achterste rijen schuin tot verticaal. Deze opstelling moet angstaanjagend geweest zijn voor de vijand en relatief ongezien. Om deze formatie te doen slagen was een ijzeren discipline nodig, want als de falanx in wanorde raakte kon ze met gemak in mootjes worden gehakt. Een speer van 7m wordt plots een log en immobiel ding als je alleen komt te staan voor een tegenstander met schild en zwaard.
De falanx en de sarissa werden gebruikt als metaforisch aambeeld. Filip ontwikkelt een tactiek waarbij zijn mobiele eenheden zoals de cavalerie de vijand richting de falanx en zijn dodelijke speren duwen. Deze cavaleriehamer duwt de vijand zo op het aambeeld, waardoor honderden tot duizenden vijanden letterlijk gespiesd worden.
We zullen later waarschijnlijk nog terugkomen op de ontwikkelingen binnen het Macedonische leger wanneer we Azië binnenvallen, maar de hamer en aambeeld tactiek zullen we vandaag nog tegenkomen.
Een laatste belangrijke ontwikkeling die Alexander maar al te graag zal overnemen en die wat saaier is, maar zo mogelijk nog belangrijker is de logistiek. Het Macedonische leger is werkelijk pijlsnel vergeleken met andere legers in die tijd. Lastdieren zoals ossen worden zoveel mogelijk vermeden. Die vertragen het leger enkel. In de plaats komen paarden en de manschappen wordt opgedragen om een deel van hun bagage zelf te dragen. De sarissa bijvoorbeeld wordt moduleerbaar gemaakt. Een beetje zoals een biljartkeu die je kan losdraaien.
Al deze ontwikkelingen zorgen er niet allen voor dat Filip meestal de veldslag wint, maar dat hij ook het gebied effectief kan veroveren én dat hij snel de brandjes kan blussen wanneer die zich voordoen.
Na al deze veroveringen in Thracië trekt Filip naar de Bosporus, waar Perinthus en Byzantium zich bevinden. Vroegere bondgenoten van Filip die nu ook merken dat de koning iets te dicht aan hun poorten staat.
Hier moet de koning dan ook één van zijn eerste halve nederlagen ondergaan. Hij slaagt er namelijk niet in om beide steden te doen vallen. Niet alleen blijken hun omwallingen te sterk, ze blijven ook bevoorrading krijgen vanuit de zee. De Macedonische vloot slaagt er wel in om graanschepen te bemachtigen, maar tegen de Atheense vloot is ze niet opgewassen.
Filip druipt dan ook af en moet zelfs een list gebruiken om met zijn vloot uit het gebied te kunnen vluchten. Hij laat een brief aan zijn generaal in Pella, Antipater, in handen van de vijand vallen. Hierin staat dat er een opstand is dichter bij huis. De vijandelijke vloot die de MAcedoniËrs omsingeld had, spoedt zich dan ook in allerijl richting de vermeende opstand, waardoor Filip van de Bosporus kan wegvluchten.
In datzelfde jaar vindt er ook nog een geslaagde expeditie tegen de Skythen plaats, waarna Filip een nieuwe halve nederlaag lijdt, waarbij hij al zijn oorlogsbuit moet prijsgeven aan de Triballiërs. Onthoud die naam, want Filips zoon zal op gepaste wijze wraak nemen.
Perinthus en Byzantium zijn dan wel geen Macedonisch grondgebied geworden en Filips rollende economie heeft door zijn verloren oorlogsbuit wat klappen gekregen MAar Thracië is nu wel nagenoeg volledig geannexeerd door de MAcedoniËrs. Tot aan de Donau toe.
Waar dergelijke tegenslagen 20 jaar eerder nog het einde van een koning konden betekenen, zijn dit nu slechts voetnoten in de geschiedenis en in 339 is er weinig reden voor de Macedoniërs om treurig te zijn.
De controle over het Thracische gebied is ook noodzakelijk, want het is duidelijk dat Filip zijn blik richting Azië heeft geworpen. Hij stuurt zelfs een expeditie van 10.000 soldaten onder leiding van Parmenion naar West-Anatolië.
Een verovering van Azië is echter onmogelijk zonder een goed functionerende vloot en als de gebeurtenissen aan de Bosporus één ding hebben bewezen is het de superioriteit van de ATheense vloot.
Dus was het tijd om nog eens richting Centraal- en Zuid-Griekenland te trekken, onder het mom van een Vierde Heilige Oorlog. Zo gezegd, zo gedaan en Filip trekt met zijn Macedonische troepen Boetia binnen. Niet via Thermopylae, dat zwaar bewaakt wordt door Thebe, maar via de westelijke route.
Demosthenes slaagt erin, na nog maar eens een geniale speech te hebben gegeven, om het onmogelijke te bereiken: een alliantie tussen Thebe en Athene.
We schrijven het jaar 338 en Filips leger staat op de vlaktes van Chaeronea tegenover een zeldzame Griekse alliantie. We kunnen veel zeggen over Demosthenes, maar hij staat hier wel mooi mee op het slagveld. Klaar om de barbaren uit Macedonië een lesje te leren.
Beide legers zijn ongeveer 30 à 35000 manschappen sterk, maar het is de cavalerie van Filip, ongetwijfeld vol Thessalische ruiters en paarden, die zorgt voor een historische overwinning.
De cavalerie-eenheid, waarschijnlijk onder leiding van kroonprins Alexander, slaagt erin om een kloof in de Griekse troepen te forceren en om zo de zo begeerde omcirkeling van de troepen te bewerkstelligen. De cavalerie als hamer die de vijandige troepen tegen het aambeeld of stekelvarken vol sarissa’s platduwt.
Langs Griekse zijde vecht ook de Heilige Horde uit Thebe mee. Een elitekorps waarvan wordt gezegd dat het bestaat uit 150 homoseksuele koppels wiens vechtlust versterkt wordt door hun liefde voor hun strijdende partner. Een bewering die gretig wordt overgenomen door heel wat historici, maar waarvan de waarachtigheid zeer sterk wordt betwist. Een onderwerp dat ik mogelijks later nog zal aansnijden.
Wat er ook van zij, dit elitekorps, dat wel hun positie weet te behouden tijdens de slag, wordt zonder pardon uitgemoord. Samen met een duizendtal andere vijanden. Er worden ook enkele duizenden krijgsgevangenen genomen. En Demosthenes? Die vlucht als een bange haas terug richting zijn thuisstad.
De macht van Griekenland is gebroken en hun onafhankelijkheid zijn ze kwijt. Op Chaeronae wordt de veldslag herdacht in de vorm van iconische stenen leeuwenbeelden.
Dit is de 4e mijlpaal die Filip op zijn conto mag schrijven en met voorsprong de bekendste. De Griekse stadsstaten zullen nooit meer onafhankelijk zijn, net als de Schotse hooglanders hun manier van leven beëindigd zien op Culloden Moor.
Eeuwenlang zullen de Grieken het Macedonische juk moeten ondergaan, waarna dat van Rome het overneemt. De hellenistische cultuur en taal zullen nog duizenden jaren floreren, maar dit zal niet te danken zijn aan hun eigenaars, maar wel aan de Macedonische en Romeinse huurders die via hun militaire veroveringen deze cultuur op plaatsen brengen waar de Grieken zelfs nog nooit van gehoord hadden.
Filip heeft gewonnen. Punt. De Atheense macht is definitief gebroken, ook al krijgt het weeral een fluwelen behandeling, onder meer omdat hun vloot nog steeds onmisbaar is voor de verdere expansieplannen van de Macedonische barbaren.
Thebe wordt zoals steeds wat harder aangepakt, met als excuus dat het had meegevochten aan de zijde van Perzië in 480. Er wordt nog maar eens een Macedonisch garnizoen in de stadsstaat neergepoot en hun democratisch stelsel wordt opgebroken.
Hierna is Zuid-Griekenland aan de beurt. In Korinthe roept Filip alle stadsstaten samen. Enkel Sparta durft het aan om te weigeren. Alle aanwezige vertegenwoordigers roepen Filip uit tot hegemon van deze panhellenistische liga, die later in de geschiedenis de Korinthische Liga genoemd zal worden.
Er wordt opgeroepen om oorlog te voeren tegen Perzië als weerwraak voor hun oorlogen tijdens de vorige eeuw en hun verwoesting van Athene. Niemand protesteert en Filip is klaar om ook Azië aan zijn rijk toe te voegen.
Deze Korinthise Liga is een geniale zet. Filip heeft al snel door dat de ergste vijand van de Grieken de Grieken zelf zijn. Meer nog dan door de MacedoniËrs vrezen de Grieken dat ze overrompeld zullen worden door een àndere stadsstaat. Geen enkele polis zal zich afscheuren van de Liga, uit schrik tegenover een consortium van andere poleis komen te staan. In die zin is de afwezigheid van Sparta, als externe vijand, zelfs een goede zaak.
Filip is de koning te rijk en besluit om onderweg een lekker jong ding zijn 7e vrouw te maken: Cleopatra, nicht van Attalus, een edelman uit Hoog-Macedonië. Wanneer ze huwen, ergens in 337 v Christus, geeft deze Attalus een opmerkelijke huwelijksspeech: volgeschonken met wijn, richt hij zich tot Filip II en uit hij de wens dat zijn nicht en de koning eindelijk een rechtmatige erfgenaam zouden produceren.
Alexander is furieus, trekt zijn zwaard en eist genoegdoening van Attalus. Filip is woest over deze onbeschaamdheid van zijn zoon en wanneer Alexander weigert om zijn zwaard weg te steken, doet Filip hetzelfde en stormt hij richting zijn zoon.
De liters wijn zorgen er echter voor dat de koning struikelt, waarna Alexander de aanwezigen toeroept:
“zal deze koning u over de hellespont richting Azië voeren, wanneer hij niet eens de kamer kan oversteken, zonder te vallen”.
Heerlijk. Dat moet even goed gevoeld hebben, hoewel Alexander wel moet vluchten uit Pella, samen met zijn moeder Olympias. Samen trekken ze richting Epirus, naar zijn nonkel Alexander dus.
Alexander blijft de toorn van zijn vader opwekken, wanneer hij het huwelijk tussen zijn halfbroer en een barbaarse koning blokkeert door zichzelf als bruidegom voor te stellen. De alliantie spat uit mekaar en Filip is ziedend. Het mag duidelijk zijn dat Alexander meer dan een eigen wil heeft.
Uiteindelijk wordt Alexander zijn zus uitgehuwelijkt aan haar nonkel, de koning van Epirus en op dat moment gastheer van de kroonprins en zijn moeder.
Hierna bevalt Filips nieuwe vrouw van een meisje en lijken vader en zoon zich te verzoenen. Hoe oprecht deze verzoening mocht zijn weten we niet, maar in ieder geval zit iedereen broederlijk en zusterlijk naast elkaar in Aegae waar het feest gevierd wordt.
Maar het is niet zozeer een huwelijksfeest, als een verheerlijking van koning Filip II van Macedonië. Uit heel Griekenland komen genodigden om de koning zijn macht te bewonderen. In een lange processie worden standbeelden van de goden rondgedragen, met daarachter een standbeeld van een halfgod: Filip.
In een prachtige witte mantel wuift hij de menigte toe, stuurt zijn lijfwachten weg en neemt plaats om het feest te laten beginnen.
Luttele minuten later ligt hij dood op de grond, neergestoken door zijn trouwe lijfwacht Pausanius. Terwijl werkelijk iedereen van enig belang in Griekenland meekijkt, vloeit het leven weg uit de 46-jarige koning.
Hij heeft gedurende zijn 23-jarige heerschappij niet alleen Macedonië, maar ook Yllirië, Thracië, Epirus, Thessalië, Boetia, Attica en de Pelopennoses onherroepelijk veranderd.
Macedonië laat hij vele malen beter achter dan hij het heeft aangetroffen. Of dat ook het geval is voor de overige gebieden die verwoest en geplunderd zijn, met ongetwijfeld duizenden tot honderdduizenden verminkte, verkrachte en gedode mensen tot gevolg. Wel ja, Demosthenes zal zeggen van niet en ik denk dat ik hem daarin zal moeten volgen. Hoewel ook aristocraat Demosthenes geen ene moer zal gegeven hebben om deze ontelbare slachtoffers en het hem vooral te doen was om de tanende macht van Athene. Mocht Macchiavelli of Von Clausewitz al geleefd hebben in die tijd, ze zouden veel aanhangers gehad hebben.
Filip slaagt in iets waar geen enkele stadsstaat in gelukt is: Griekenland te verenigen. Het zal dààr voor zijn dat hij herinnerd wordt, niet de talloze zielen die hij richting hemel of hel heeft gestuurd. Dat kan spijtig zijn, maar daar kan ik helaas weinig aan veranderen. Tenzij deze zielen een kleine plaats te geven in ons verhaal.
Laten we dan ook zonder veel tromgeroffel en in alle sereniteit afscheid nemen van Filip en ons klaarmaken voor een zo mogelijk nog grotere en meer charismatische massamoordenaar: de rücksichtlose Alexander die tegen zijn natuur in waarschijnlijk nog enkele weken geduld zal moeten hebben, aangezien zijn verteller zich nog wat moet inwerken in de overvloedige literatuur die er over hem ter beschikking is.
Want over Filip is al heel wat geschreven, zowel vroeger als nu. Maar met Alexander zijn biografen kan je al een kleine concertzaal vullen. Een cultureel centrum misschien.
Goed. Laat ik u nog een prettige ochtend, dag, avond of nacht toewensen. beannachd leat!! Tot ziens
Reactie plaatsen
Reacties