Dag iedereen en welkom bij de wonderlijke avonturen van Alexander. Live vanuit een recent overstroomde kelder. Maar desondanks is dit nog steeds een podcast over het leven en de geschiedenis van koning Alexander III van Macedonië, in Tokyo uiteraard beter bekend als Arekisandā daiō.
Welkom.
Ik heb het boekproject en zijproject waar ik vorige keer over sprak terug uitgesteld, zodat ik mij ten volle op deze podcast kan richten. Naast mijn betalende job uiteraard.
Buiten Marc en Patricia hun interssante berichten op FB en gmail, wil ik ook Xander Prijs bedanken, om mijn podcast als zomertip op te nemen in een magazine dat zijn werkgever uitbrengt.
Allen bedankt daarvoor.
Voor we erin vliegen, kan het geen kwaad om u er even aan te herinneren dat er een website is (alexanderdegrote.info), alsook een FB site (de wonderlijke avonturen van Alexander) en een e-mail adres (info@alexanderdegrote.info).
We zitten nog steeds in het onderdeel: de verovering van Anatolië, en in het totaal al aan aflevering 16 met als titel “In een slakkengang van Halicarnassus tot Gordium”
Toen we vorige keer een einde maakten aan aflevering 15, liep alles best wel snor voor onze Basileus. Zijn eerste grote veldslag bij de Granicus werd winnend afgesloten. Het was dan wel een gevecht tegen Darius zijn satrapen en niet tegen de grote koning zelf, maar een overwinning was het zeker.
De overgave van Sardes, de de facto hoofdstad van Anatolië, en de verovering van onder meer de havensteden Efesus en zeker Milete zorgden ervoor dat de MacedoniËrs meer dan een stevige voet aan de Aziatische grond hadden.
De Perzische vloot moest machteloos toekijken en haar aanmeerplaatsen werden voortdurend lastiggevallen.
Het leven lachte Alexander op wonderlijke wijze toe. Vandaag zullen we zien of dat zo blijft, terwijl het leger verder trekt door Anatolië.
We beginnen met een visuele voorstelling van Anatolië, om dan door te trekken naar de havenstad Halicarnassus en de rest van zuidwestelijk Anatolië. Eindigen doen we in Gordium dat zo ongeveer in het midden van dit schiereiland ligt. Ondertussen kijken we ook hoe het Memnon vergaat in de Egeïsche Zee.
Klaar? Hier gaan we!
Ik zal op de website wat kaartjes en filmpjes zetten, zodat jullie de veldtocht door Anatolië beter kunnen volgen, maar naar goede gewoonte geef ik jullie hier ook één van mijn ondertussen hopelijk befaamde visuele voorstellingen.
Ik spreek hier vaak over Anatolië, maar wat bedoel ik daar eigenlijk mee? Laat ik allereerst aangeven dat ik eerder los omspring met de aanduiding van grote geografische gebieden. Anatolië is voor mij het schiereiland dat nu het westelijk deel van Turkije aanduidt. Het ongeveer rechthoekige schiereiland, dat eindigt aan de Cilicische poorten. Soms noem ik het ook Asia Minor en dan bedoel ik eigenlijk hetzelfde. Anatolië komt van het Griekse Anatole, dat naar het Oosten verwijst, of naar de plaats waar de zon opkomt. Verdere uitleg is niet nodig op dat vlak lijkt me. Ook het woord Asia zou die betekenis hebben.
Anatolië is een gebied rijk aan cultuur, met vele verschillende meesters. Denk aan de hatti en de hittieten, de Lydiërs en de Ioniërs, en uiteraard de Perzen.
Het gebied was onder Perzisch bestuur onderverdeeld in verschillende satrapieën, of provincies, met aan het hoofd een satraap. Het is niet zo dat Anatolië op zich een eigen bestuurseenheid vormde, als een soort overkoepelende regio boven de provincies. Maar in de praktijk moet dit ergens wel zo geweest zijn. Het Oosten van Anatolië was redelijk afgesloten en enkel toegankelijk via een aantal bergpassen. Daar komen we volgende week zeker nog op terug.
Sardes werd beschouwd als een soort regionale hoofdstad, hoewel het niet op dezelfde hoogte stond als de 5 echte hoofdsteden van Perzië. Voor de goede orde waren dat Sousa, Ecbatana, Babylon, Pasargadae en Persepolis. Er liep een zogeheten koninklijke weg helemaal van Sardes tot in Persepolis en Sousa. Enkele duizenden kilometers.
Alexander zal dankbaar gebruik maken van die koninklijke wegen, die verschillende stopplaatsen kenden waar reizigers en boodschappers konden eten en rusten. Ook de voormelde satrapieën zal hij gewoon overnemen. Een zeer duidelijk impliciet eerbetoon aan de indrukwekkende Perzische administratie en organisatie.
Laten we er even doorgaan, door al die vermoedelijke satrapieën of provincies. Vermoedelijk, want het is niet dat we één of andere definitieve kaart hebben, waardoor we 100% zeker zijn hoe de onderverdelingen in het Perzische rijk en meer bepaald in Anatolië eruitzag.
Beseffend dat onzekerheid een vitaal onderdeel van het hedendaagse en klassieke leven uitmaakte, beginnen we eraan.
Voor de volledigheid begin ik met de eilanden in de Egeïsche Zee, zoals Rhodos, Chios en Lesbos, die meer dan waarschijnlijk een apart bestuur hadden.
In het NW van Asia Minor hadden we PhrygiË, aan de hellespont, dat ondertussen al voor een groot stuk veroverd was. Ten Zuiden daarvan lag Lydië, waar de meeste Ionische steden en Sardes toebehoorden en in het Zuidwesten, linksonder dus, lag Karië waar Halicarnassus lag en we dadelijk mee gaan beginnen. Ten oosten van KariË, dus in het zuidelijke midden lag Licie, hoewel dit waarschijnlijk geen aparte satrapie was.
Met deze gebieden hebben we grofweg west anatolië beschreven. Laten we aan het oosten beginnen. In het noordelijke deel was er een natuurlijke grens, de rivier de Halys. Ten oosten van deze rivier lag Cappadocië. In het zuidoosten, rechtsonder dus, lag dan weer Cilicië. Oost Anatolië was zeer bergachtig en slechts enkele bergpassen geven toegang tot de rest van Azië. In Cilicie waren dat de zeer befaamde cilicische poorten, hoewel dit ook als Kilikie en kilikische kan worden uitgesproken. Deze poorten gaven toegang tot Syrië en de Levant.
U moet de kaart van het Perzische rijk er eens bijnemen. De pakweg 6-7 gebieden die ik hier heb beschreven waren niet onbeduidend, maar in het licht van het gehele Perzische rijk was het toch een beetje een peulschil. Geen compleet onbelangrijke peulschil, maar toch zeker geen uit de kluiten gewassen bonenplant. Ik hoop dat ik deze metafoor juist gebruik, want het voelt niet helemaal juist. Maar u begrijpt hopelijk waar ik naartoe wil.
Trouwens, op het moment dat we nu ons verhaal verderzetten, heeft Alexander dan ook nog maar eens een fractie van dit gebied in handen. Met name de eilanden in de Egeïsche Zee, en daarnaast ook Frygië en Lydië. En dan reken ik nog ruim. Het NW van Anatolië is in Macedonische handen. Niet meer dan dat.
Ik ga het nog vaak zeggen, maar Alexander kan zich geen nederlaag permitteren. Elk oponthoud dat te lang duurt of elke serieuze nederlaag kan het einde van zijn veldtocht betekenen. We hebben het niet alleen over het geld en het eten dat moet voorzien worden, maar ook de communicatielijnen met het thuisland moeten ten allen tijde bewaard blijven. Beschouw dit als een denkbeeldige levensdraad die achter het leger hangt en moet teruggaan, over de Hellespont tot in Pella. Op die manier moet er gecommuniceerd worden met Antipater en Olympias, om ervoor te zorgen dat Alexander op de hoogte is van een eventuele opstand bijvoorbeeld. Maar via deze levensdraad moeten er ook verse troepen worden aangebracht. het is dus niet zomaar van: we stormen door Anatolië en daarna door heel PErzië. Van het moment dat die draad wordt doorgeknipt, hebben de Macedoniërs een serieus probleem. Zoiets zou niet lang mogen duren.
Met dat in het achterhoofd maakt Alexander een gewaagde beslissing: hij ontbindt zijn vloot, op 20 Atheense triremen vol gijzelaars na, ik bedoel bemanningsleden.
Het is één van Alexander zijn meest gecontesteerde beslissingen: geniaal of oerdom? De vloot was duur en kon nooit op tegen die van de Perzen. Het plan was om de havensteden te veroveren, om op die manier de Perzische vloot elke aanmeerplaats te ontzeggen. Op die manier werd de vloot van de tegenstander onbruikbaar gemaakt, terwijl men zelf geen vloot moest bekostigen. Tot zover een strak plan.
Minder strak zijn natuurlijk de talloze havens en eilanden in de Egeïsche en Middellandse Zee. Theoretisch klinkt het dan wel leuk dat, als je ze allemaal verovert, de schepen nergens kunnen aanmeren. Maar dat is en beetje zoals zeggen: als we nu eens alle Perzische steden veroveren, dan kan het Perzische leger ons nergens aanvallen. Zo kan ik het ook natuurlijk.
Laten we de proef meteen op de som nemen: we komen aan in KArië, satrapie in het ZW van Anatolië.
KArië was een interessant geval.
Het werd van 377 tot 353 geregeerd door de satraap Mausolus. Als die naam u iets zegt, wel zijn graf was zo mooi dat het het mausoleum werd genoemd, wat nu staat voor elk mooi praalgraf. Hij was getrouwd met zijn zus, Artemisia. Zij had nog meegevochten met de Perzen tijdens de 2e Perzische oorlog. Het was zij die als Pers, plots een Griekse vlag omhooghees en een ander Perzisch schip doorboorde om op die manier te kunnen vluchten tijdens de onfortuinlijke slag bij Salamis. Het ontlokte Xerxes de historische woorden dat zijn mannen vrouwen waren geworden en zijn vrouwen mannen. Hiermee verwees hij naar de stoere heldenmoed van Artemisia tegenover de vluchtende Perzische soldaten.
Een citaat dat werd opgeschreven door, jawel, daar is hij nog eens, Herodotes. Onze vader van de geschiedenis was dan ook niet toevallig afkomstig van Halicarnassus, wat zo ongeveer de hoofdstad was van KArië. In Halicarnassus bevond zich ook dat Mausoleum, het graf van de broer en echtgenoot van Artemisia.
Uiteindelijk volgt er een hevige opvolgingsstrijd na de dood van Artemisia. Ze wordt opgevolgd door één van haar broers, die getrouwd is met een andere zus.
Voor alle duidelijkheid: het is niet zo dat incest zomaar een aanvaardbaar fenomeen was in de klassieke oudheid. Het was eerder zo dat koninklijke dynastieën op die manier probeerden om opvolgingskwesties zo eenvoudig mogelijk wilden houden, door alles “in de familie te houden”. Dit was zeker ook het geval bij de Perzische en als ik me niet vergis Egyptische dynastieën. Maar dit terzijde.
Ook de broer van Artemisia stierf, waarna zijn vrouw, die ook zijn zus was het overnam. Haar naam: Ada. Adam zonder de M dus. Ada werd dan weer van de troon gestoten door een andere broer, een zekere Pixodaros. Pikant detail: het is deze Pixodaros die enkele jaren terug een alliantie wou aangaan met Filip II. Een alliantie die door Alexander zelf werd gedwarsboomd. Een spijtige zaak, want mocht dat verbond er wel zijn geweest, dan kon Alexander nu misschien zonder problemen Halicarnassus innemen. Iets wat nu niet echt aan de orde was.
Onze koning besluit wel om een verbond te sluiten met Ada, die op dat moment, we schrijven nog steeds 334, wel nog een deel van het Karische binnenland in handen had. En zelfs vrij populair was.
Alexander laat zich adopteren door Ada, en weet op die manier dat hij in ieder geval niet zomaar in de rug zal worden aangevallen, wanneer hij Halicarnassus gaat belegeren.
Halicarnassus, het huidige Bodrum, was geen flutdorpje. Het had stevige stenen omwallingen en bestond bovendien uit een continentaal deel, maar het had ook een zogenaamd Koninklijk Eiland, dat in de zee lag. Op die manier kan de stad tot in het oneindige worden bevoorraad met voedsel en verse troepen. Zeker nu Alexander geen vloot meer heeft die naam waardig.
Het wordt een aartsmoeilijke taak, niet in het minst omdat onze goede vriend Memnom achter de knoppen zit in Halicarnassus. Hij heeft van Darius III het opperbevel gekregen over heel de verdediging van Asia Minor, na het debacle aan de Granicus.
En jawel hoor, hier stokt de veldtocht. Halicarnassus blijkt een amper te kraken noot. Zelfs na aanvoer van de belegeringswapens worden er amper bressen in de omwallingen geslagen. De havenstad beschikt namelijk zelf over torsiekatapulten, waardoor het levensgevaarlijk is om in de buurt van de verdedigingstorens te komen.
Op een bepaald moment moet Alexander zelfs smeken om een kortstondige wapenstilstand. Twee dronken soldaten van het bataljon van Perdiccas besluiten op een bepaald moment namelijk om ’s nachts de omwalling aan te vallen. Ze krijgen enorme tegenkanting van de verdedigers in de stad, waarna andere Macedoniërs hen te hulp schieten. Vele doden later moet Alexander aan Memnon dus met hangende pootjes vragen of de gevechten even kunnen stoppen, zodat iedereen de lijken kan ophalen om ze proper te begraven. Een blamage. Alexander zweert dat hij zichzelf nooit meer in deze positie zal plaatsen.
Niet toevallig is het hier opnieuw Perdiccas die in een slecht daglicht wordt geplaatst, want eigenlijk is hij het die zijn soldaten niet onder controle heeft.
Maar daar eindigt de Macedonische miserie niet. De verdedigers slagen er namelijk in om een heel aantal van de grote en kostelijke verdedigingswapens in brand te steken. De uitval van de HAlicarnassen lijkt op een alles of niets show. Met duizenden vallen ze de verraste MacedoniËrs aan en ze lijken ook de bovenhand te nemen. Tot de meer ervaren falangisten aankomen. Zij waren aan het rusten, maar storten zich nu in de strijd. En het tij keert.
In paniek sluiten de bewoners van HAlicarnassus hun poorten waardoor duizenden Griekse hoplieten worden afgeslacht.
De volgende dag beseft Memnon dat het continentale deel van de stad verloren is. een deel van de stad wordt in brand gestoken en Memnon verdwijnt als een dief in de nacht. De volgende dag worden de meeste brandjes geblust en is Halicarnassus in Macedonische handen. U mag er zeker van zijn dat hun bevolking niet gespaard zal gebleven zijn van de nodige plunderingen, folteringen, moorden en verkrachtingen.
Professor Lendering noemt Halicarnassus Alexander zijn “vergeten nederlaag”. Waarom vraagt u zich af? Wel, het koninklijk eiland wordt namelijk niet veroverd en het blijft bezet en bevoorraad door Perzische troepen en schepen.
Laat ik hier even onze professor citeren uit zijn boek Alexander de Grote, uitgegeven bij Atheneum in 2010:
Onze Griekse bronnen presenteren de inname van e wwoonwijken van Halikarnassos als een Macedonische vitorie, maar Alexander moet beter hebben geweten. Hij had grotere verliezen geleden dan zijn tegenstander en zijn doel niet bereikt. Het was zelfs geen Pyrrusoverwinning, want de Macedoniërs verloren het initiatief. Wat onze bronnen ook mogen beweren, Halikarnassos was een Macedonische nederlaag.
Einde citaat
Vergelijk dat eens met de analyse van historicus Worthington in zijn boek Philippus en Alexander, uitgegeven bij Omniboek in 2020:
Het beleg van Halicarnassus blef onvoltooid, maar wierp nauwelijks een smet op Alexanders prestaties tijdens zijn eerste campagne in Azië. Hij controleerde de Egeïsche kust en een groot gebied landinwaarts.
Einde citaat.
Mijn eigen bescheiden mening? Een echte nederlaag is dit niet. Het gros van de stad is in Macedonische handen en kan niet meer door de Perzische vloot worden bereikt. Ja, het was een dure, kostelijke en tijdrovende belegering en een deel van de stad wordt nog maandenlang niet veroverd. Hoogstens is het een gelijkspel, hoewel ik het eerder een kostelijke overwinning zou durven noemen.
U mag er in ieder geval zeker zijn dat de bewoners van Halicarnassus heel deze strijd niet als een overwinning hebben aangevoeld en er voor hen niet echt sprake is van een Macedonische nederlaag. Maar dit spijtig genoeg terzijde.
Een smet op het blazoen van Alexander is het zeker, maar Karië wordt nu tochvolledig overgedragen aan zijn adoptiemoeder Ada en onze koning kan verdertrekken.
Parmenion was voordien al naar het Noorden getrokken om daar de rest van het gebied te veroveren, terwijl Alexander langs de zuidkust verdertrekt om de aanmeerplaatsen van de Perzen te blokkeren. Ze zullen elkaar terug ontmoeten in de hoofdstad van Phrigie: Gordium. Als het woord Gordiaanse knoop u iets zegt, weet u waar ik naartoe wil.
We zullen zien dat Alexander en Parmenion wisselend succes hebben, maar al bij al relatief snel doorstoten. Zonder een Perzisch leger die naam waardig valt er ook weinig te doen aan de gesmeerde Macedonische machine.
En toch wordt de grond even zeer heet onder Alexander zijn voeten. En die grond heeft een naam: Memnon. Met Perzisch geld en middelen kneedt hij een aanvalsplan en een leger. En hij weet drommels goed wat hij moet doen. het heeft geen enkel nut om een half leger het te laten opnemen tegen de dodelijke sarissa’s van de vijand. Dat zou leiden tot een gewisse dood en het einde van het Anatolische verzet.
Memnon besluit om Alexander zijn levensdraad door te knippen. Hij begint met succesvolle veroveringen van de eilanden in de Egeïsche Zee. Chios, Rhodos, Lesbos, ze vallen één voor één in Perzisch-Griekse handen. De weinige Macedonische garnizoenen die er zijn neergepoot kunnen niet op tegen Memnon met zijn Perzische vloot en Griekse hoplieten.
Uiteindelijk wordt zelfs de hellespont bedreigd. En dat zou fataal zijn. Zeker wanneer de net bevrijde gebieden het ook nog eens in hun hoofd zouden halen om te revolteren. In Milete bijvoorbeeld begint er wel degelijk iets te broeien. Zo euforisch zijn ze daar blijkbaar niet na hun bevrijding.
Er vloeit zelfs geld naar het thuisland godbetert, waar Sparta maar al te graag een deel van haar oude hegemonie op de Peloponessos zou willen herstellen.
Hoe lang is het geleden dat Alexander zijn vloot heeft ontmanteld? Een kwartier? Enkele maanden? Wat er ook van zij: Antipater krijgt de dwingende opdracht om iets wat op een vloot trekt in mekaar te steken. de levensdraad moet koste wat het kost intact blijven.
Maar een dergelijke vloot zal nooit opkunnen tegen die van de Perzen.
Dit had een kantelpunt kunnen zijn. Maar dat wordt het niet. In 333, op 47-jarige leeftijd sterft Memnon van Rhodos bij de belegering van Mitilene, op het eiland Lesbos (niet te verwarren met de havenstad Milete voor alle duidelijkheid).
Jawel, dit is het einde van Alexander zijn grote nemesis. Nu al. U zal begrijpen dat dit weinig goeds belooft voor het verdere lot van de Perzen.
Ook historicus valerio massimo manfredi geeft Memnon een speciale plaats in zijn geromantiseerde geschiedenis van Alexander de Grote. Als u niets te zwaar wilt lezen, maar wel zin heeft in uren Alexandriaans leesplezier wil ik u echt dit boek aanraden. Het leest als een trein. Maar voorlopig mag u het nog bij deze podcast behouden.
Wel, in zijn roman laat Valerio het uitschijnen dat de vrienden van Alexander Memnon laten vermoorden. Een piste die theoretisch mogelijk is omdat de doodsoorzaak van Memnon niet geheel duidelijk is. Men vermoedt één of andere ziekte. Niet ongebruikelijk in de oudheid.
In de roman zijn het Alexander zijn getrouwen die de stap naar moord willen zetten. Alexander niet, omdat hij het oneervol vindt, terwijl de mensen net onder hem beseffen dat Memnon gewoon te gevaarlijk is en klaar lijkt om zelfs Griekenland op de MacedoniËrs te heroveren.
Ik vermeld deze anekdote hier niet vanwege zijn historische getrouwheid, want die heeft het voor alle duidelijkheid niet echt, maar wel omdat Memnon het hier verdient om wat extra aandacht te krijgen. Hij zal zowat de laatste zijn die er echt in slaagt om de positie van Alexander serieus te doen wankelen.
Laat het aan de historici om al deze eerbetuigingen aan onze Griekse huurling toch wat te ondergraven. Want Memnon zijn succesvolle tocht wordt voortgezet door zijn schoenbroer, de broer dus van zijn echtgenoot Barsine. Die schoonbroer heet Farnabazos en hij lijkt in het begin even succesvol als Memnon.
Het is trouwens Farnabazos die de Spartaanse koning benadert met de vraag om een opstand te beginnen om zo het Macedonische juk van zich af te werpen.
Veel eer krijgt deze Pers niet en dat zal wel niet een klein beetje te maken hebben met het feit dat hij een Pers en geen Griek is. Niets xenofobisch is de latere Griekse schrijvers vreemd natuurlijk.
Waarom stokt dan het Perzische initiatief, nu ze aan de poorten van Pella staan en zelf havenstad Milete op de rand van rebellie staat? Want als Milete in Perzische handen zou gevallen zijn, dan was eigenlijk al het werk voor niets geweest. Dan konden de Perzen aanmeren in Klein-Azie en een landmacht laten aanmeren om Alexander aan 2 kanten aan te vallen. Dat zou teveel van het goede geweest zijn.
Maar, neen DArius III roept net op dat moment alle satrapen op, om alle beschikbare troepen naar het oosten te sturen. De grote koning is in Babylon bezig om een immense strijdmacht te verzamelen.
Het is niet toevallig een Griek aan het hof van Darius die de koning afraadt om het zo aan te pakken. Hij deelt Darius mee dat hij beter een kleine troepenmacht kan uitsturen om de MacedoniËrs bezig te houden en om nog even te wachten met een grootschalig alternatief.
ANEKDOTE
U ziet het, alles wat de Grieken voorstellen, wordt door de Perzen in de wind geslagen, die hooghartig de goede raad negeren. Dat krijg je als je enkel Griekse bronnen hebt, dus laten we dit alles met een serieuze helleense korrel zout nemen. Nu goed, misschien hadden de Perzen beter wat meer boeken achtergelaten. Dan werden ze niet zo slecht afgeschilderd in de klassieke literatuur.
Darius III roept dus de meeste troepen terug uit de Egeïsche Zee, waardoor het initiatief van Farnabazos snel door Antipater de kiem in wordt gesmoord.
Maar eigenlijk zijn we te snel gegaan. Want heel dit geslaagde Perzische offensief, uitgevoerd door Memnon en Farnabazos, heeft plaatsgevonden in de periode dat Alexander zich verplaatste van Halicarnassus naar Gordion. Van de hoofdstad van KariË naar de hoofdstad van Frigie. Met dien verstaande dat satrapieën eigenlijk geen echte hoofdsteden hadden. Maar u begrijpt hopelijk een beetje wat ik bedoel.
Ik heb dit misschien niet genoeg benadrukt, maar na de slag bij de Granicus of zeker na Milete was het leger van Alexander in twee of zelfs in 3 verdeeld. Een echte veldslag zat er niet aan te komen en dit stelde de MAcedoniËrs in staat om meer gebieden op korte tijd te onderwerpen. Het zorgde er ook voor dat de graanvoorraden overal veilig konden worden gesteld een dat een verschroeide aarde kon worden vermeden. Het was trouwens schier onmogelijk om 10.000 soldaten op één plaats te bevoorraden, een gegeven dat ik hier al tot treurens toe heb herhaald.
Hoewel we hier dus enkel de avonturen van Alexander bespreken, is Parmenion op hetzelfde moment bezig om te doen wat onze protagonist deed: verder oostwaarts trekken, om heel Anatolië veilig te stellen. Parmenion in het Noorden en Alexander in het Zuiden. Of zoiets.
Zo trekt Alexander na de gedeeltelijke verovering van HAlicarnassus, richting het oosten van Karië, dat overloopt in Likië. Hier liggen weinig echt gigantische steden. Professor Lendering noemt het een inspectie van de grenzen. Het is misschien zelfs en beetje een mop up operation, na de hoofddoelen in het westen.
Het gebied is hier ruiger en minder dicht bevolkt. De inwoners hadden vaak een zekere vorm van onafhankelijkheid en Alexander wordt zeker niet altijd met open armen ontvangen. Gelukkig zorgt zijn toch nog zeer aanzienlijke troepenmacht ervoor dat er toch wat deuren worden geopend.
Zo is er XX dat met Alexander afspreekt dat ze zich zullen overgeven als er geen Perzische troepen binnen een bepaalde periode verschijnen om de stad te ontzetten. Zo geschiedde en Alexander kan het gebied zonder problemen inlijven.
Andere inwoners zijn hardleerser. Ze geven de inwoners van Aspendis zich over, na een overeenkomst waarbij ze onder meer 50 talenten aan de MacedoniËrs moeten betalen. Wanneer Alexander verder trekt, besluiten de Aspendiërs om zich niet aan de afspraken te houden. Slecht gezind keert de koning terug op zijn stappen. Bij het zicht van de koning zelf zinkt de moed de AspendiËrs in de schoenen en stellen ze voor dat ze teruggaan naar de oude regeling. Iets wat Alexander weigert en de belasting verhoogt van 50 naar 100 talenten. Je zou het een soort parabel of morele levensles kunnen noemen.
Welke morele les er te trekken valt, uit de verovering van de Marmaren door de Macedoniërs weet ik niet echt. Deze Marmaren weigeren zich over te geven en wanneer hun stad met hoge omwallingen volledig omsingeld wordt door Macedonische soldaten, slachten de mannelijke inwoners hun vrouwen en kinderen af om dan in het holst van de nacht door de linies van de vijand te glippen.
Beter vermoord door een vriend dan verkracht door een vijand, is de enige les die ik hier uit kan halen. Maar erg overtuigend komt het mij ook niet over.
Zullen we naar ons Gordiaanse hoogtepunt gaan, of wilt u nog wat andere sappige roddels weten?
Oké, dan, nog 2
Wanneer Alexander met zijn leger langs de Tempe vallei trekt, is er een ondoorwaadbare plaats die de koning moet overbruggen. Op magische wijze trekt de zee weg om de koning door te laten.
Het is een verhaal, opgeschreven door huisbiograaf Kalisthenes, en dat zelfs door Arrianus niet wordt geloofd. De Grieks-Romeinse auteur probeert er een rationele draai aan te geven, in de zin dat de wind goed stond of zoiets. Een beetje zoals mijn leerkracht uit het 5e leerjaar die ook zei dat je de bijbel niet zo letterlijk moet nemen en dat er waarschijnlijk een natuurwetenschappelijke verklaring was voor het wegtrekken van de Rode Zee, wanneer Mozes zijn stok in de lucht heft. Achteraf bleek die leerkracht lid te zijn van één of andere christelijke religieuze sekte. Nu ik erover terugdenk, kan ik me ook niet herinneren dat hij het vaak had over de dinosauriërs. Tja.
Als u dus dacht dat Arrianus een soort Darwin avant la lettre was, had u het uiteraard mis. Onze historicus praat gretig over allemaal tekenen die dan worden geïnterpreteerd door de huisprofeet van Alexander, genaamd Aristander. Mooie naam trouwens, als u het mij vraagt.
Deze Aristander interpreteert het ene speciale teken na het andere, zonder dat Arrianus daar kritische kanttekeningen bij plaatst. Maar zelfs voor de immens bijgelovige Romeinen was het goddelijke wegtrekken van de zee een brug te ver. Vogels die gekken dingen doen daarentegen, dat was een andere zaak.
Zo vertelt Arrianus het prachtige verhaal over een zwaluw die neerstrijkt in de kamer van Alexander en daar niet wil weggaan. Wanneer Alexander aan Aristander vraagt wat dit betekent, zegt de profeet dat hij zal verraden worden door een vriend, maar dat hij het zal ontdekken. Of iets in die aard.
Niet veel later krijgt Alexander bericht dat Darius III een andere Alexander heeft betaald om onze Alexander te vermoorden.
De zwaluw had gelijk!
Eigenlijk is dit best een interessant stuk geschiedenis. Die andere Alexander was Alexander van Lincestis, één van de 3 schoonzonen van Antipater. Hij had Alexander de Grote bij de dood van Filip II vlug tot koning uitgeroepen. Door dit te doen, ontsnapte hij aan een gewisse dood die zijn twee broers wel moesten ondergaan. Alexander van Lincestis werd niet een klein beetje beloond voor deze steunbetuiging, want hij kreeg de leiding over een iliarch van de Thessalische cavalerie. Een positie net onder PArmenion dus.
Het doet veel auteurs likkebaardend speculeren in de richting van Parmenion. Had de gewiekste generaal de kans schoon gezien om één van zijn rivalen uit te schakelen, nu hij zich mijlenver van Parmenion bevond? Of meende Alexander de Grote dat zijn positie sterk genoeg was om iemand uit de weg te ruimen die hij eigenlijk maar een hoge post had gegeven omdat hij Antipater te vriend moest houden?
Professor Goldsworthy neemt het op voor Alexander. Als reden wijst hij naar het gegeven dat het nog jaren zal duren vooraleer Alexander van Iincestis effectief wordt berecht. Aangezien het zeer ongebruikelijk was om iemand zolang gevangen te houden ipv hem te vermoorden, beweegt dit de professor ertoe te stellen dat Alexander de Grote nog een zekere genegenheid moet hebben gehad voor Alexander van Lincestis en niet zeker was van diens betrokkeheid bij één of ander complot.
Professor Lendering spaart Alexander de Grote niet en ziet het als een zuiver realpolitieke beslissing van de koning om alle tegenstand uit de weg te ruimen. Hij verklaart dit door te verwijzen naar het gegeven dat Alexander van Lincestis enkele jaren later zonder pardon wordt terechtgesteld, op het moment dat er een andere zuiveringsoperatie bezig is.
1 Feit (de jarenlange gevangenschap van Alexander van Lincestis) zorgt voor twee verklaringen, en voor nog meer redeneringen. Sta me toe dit leuk te vinden, al dat gespeculeer. Het is de onvermijdelijke onzekerheid die het leven soms enorm boeiend maakt, maar soms ook dodelijk vermoeiend.
Indien u liever duidelijkheid hebt in uw leven, raad ik u aan om een munstuk de lucht in te werpen. Bij kop heeft prof Goldsworthy gelijk en is Parmenion de schuldige. Bij munt heeft prof Lendering de waarheid in pacht en moeten we in de richting van Alexander kijken.
Veel succes ermee.
Voor munten in de lucht te werpen heb ik geen tijd, want ik moet naar Gordium, om er een Gordiaanse knop te ontwarren. Letterlijk en figuurlijk.
Letterlijk, want net zoals het mausoleum afkomstig is van koning Mausolus, is de Gordiaanse knoop, die nu als synoniem wordt gebruikt voor een onoplosbaar probleem, afkomstig van de anekdote die ik u nu ga vertellen.
We zijn dus aangekomen in Gordium, hoofdstad van of minstens een belangrijke stad in Frygië.
Trouwens, nu ik deze aflevering toch vol anekdotes aan het steken ben: Frygië is de geboorteplaats van de Frygische muts. Dat zegt u op het eerste zicht misschien niets, maar als u het even op foto opzoekt, zal u het wel herkennen. Het is een soort kaboutermuts, waarbij de punt naar boven valt. Denk aan de smurfen als dat helpt. Het hoofddeksel stamt uiteraard uit Frygië, maar is later ook overgenomen door veelal arme bewoners uit het Romeinse Rijk. Later is het ook overgenomen door heel wat andere verschoppelingen. In Frankrijk bijvoorbeeld, waar de revolutionairen de kenmerkende bonnets rouges droegen. Een variant op de Frygische muts
En u raadt nooit wie de eerste zou geweest zijn die zo’n Frygische muts droeg? Jawel, de legendarische koning Midas, de man die alles wat hij aanraakte in goud zag veranderen. En laat Midas nu toch wel eens de zoon zijn van de eigenaar van de kar waar de knoop aan vasthing.
Alles is inderdaad met elkaar verbonden, al dan niet via zo’n Gordiaanse knoop.
Die knoop was dus al eeuwenoud en was gemaakt van touw afkomstig van de gele kornoelje. De knoop verbond het juk met een ossenkar en was zo vast als iets.
De legende ging dat wie de knoop kon ontwarren, koning van Azië zou worden. En dat kon Alexander uiteraard niet laten liggen. Daar stond hij dan in een grote zaal met de kar in het midden. En een Gordiaanse knoop voor zich. Als militair in hart en ziel, was er voor Alexander maar één oplossing: hij hakte met één welgemikte houw het touw in twee. Probleem opgelost!
Er is nog een andere versie van het verhaal, waarbij Alexander het juk uit het touw trekt en op die manier de Gordiaanse knoop ontwart.
Hoe het allemaal ook is gelopen: in de zeer symbolische wereld van het oude Griekenland kon er nog weinig discussie over bestaan: de jonge koning zou heersen over geheel Azië. Arrianus geeft ons zelfs mee dat het de volgende nacht bliksemde: een teken dat Zeus aan de kant van Alexander stond.
Sommige hedendaagse auteurs beweren zelfs dat het heel deze gebeurtenis met de Gordiaanse knoop is, die Darius III ertoe heeft aangezet om al zijn troepen uit West-Anatolië te verzamelen om meer naar het oosten met één groot leger tegen de Macedonische koning te vechten.
Persoonlijk lijkt me dat wat overtrokken, maar goed.
Wat ook interessant is, is het gegeven dat deze legende voor de allereerste keer voorkomt in de beschrijving van Alexander zijn belevenissen. Wat het vermoeden doet rijzen dat de koning, of toch minstens Kallisthenes de legende zelf hebben verzonden om extra momentum te geven aan heel de verovering van Azië. Wie weet. Het zou zeker kunnen.
Ziezo. Hier gaan we afsluiten voor vandaag. We hebben pakweg de helft van Anatolië veroverd. Laten we de andere helft voor volgende keer houden.
En die volgende keer, dat gaat wat worden. Want terwijl Darius III een immens leger aan het verzamelen is in het verderfelijke Babylon, vindt Alexander het nodig om in een ijskoude rivier te springen, om doodziek te worden. Op sterven na dood zelfs. Ik zou hier kunnen zeggen dat we volgende keer te weten zullen komen of hij het overleeft, maar dat zou wat onnozel zijn. Want als er hier toch een aantal luisteraars zijn, die zich in de handen wrijft en denken: oe spannend, hopelijk overleeft hij het. Wel, dan hoop ik ten eerste dat die groep niet al te groot is en kan ik die ten tweede geruststellen. Hij zal het nog enkele jaren volhouden.
Het was best een moeilijke dag vandaag voor Alexander. Zo wonderlijk was het allemaal niet voor onze blonde halfgod. Een moeizame en uitputtende verovering van HAlicarnassus, verschillende dorpjes en steden die helemaal niet bevrijd willen worden en aartsmoeilijke en duurbevochte belegeringen in het ruige en dunbevolkte zuiden van Anatolië. Maar net wanneer Memnon aan de poorten van Pella staat, ontwart Alexander de Gordiaanse knoop, waardoor Darius III zo geschrokken is dat hij al zijn troepen terugroept naar Babylon.
Iets zegt me dat we nog deze zomer heel Asia Minor in handen krijgen. Dat zou mooi zijn, maar het blijft een fractie van het grote Perzische rijk. Dus neen, de klus is hier nog niet geklaard.
Volgende keer trekken we naar Issus, voor de eerste echte grote ontmoeting tussen onze twee grote koningen. Een ontmoeting die vereeuwigd is in de Alexandermozaïek die gevonden werd in Pompei.
Tegen dan ben ik ook een getrouwd man. Alexander zal dat nog niet zijn, hoewel hij volgende keer wel enkele edele minaressen tot zich zal nemen. Zo ging dat toen. Maar dat zal nog even moeten wachten.
Tot dan wens ik u een prettige ochtend, dag avond of nacht. Sayonara!
Reactie plaatsen
Reacties