De speeltuin van Alexander deel 1: de helleense stadsstaten
Dag iedereen en welkom bij de wonderlijke avonturen van Alexander, een podcast over het leven en de geschiedenis van koning Alexander III van Macedonië, bij de anglofielen uiteraard beter bekend als Alexander the Great.
Dit is alweer de derde aflevering van deze podcast met als ronkende titel: de speeltuin van Alexander, deel 1, de helleense stadsstaten
Deze aflevering gaat over het speelveld of de speeltuin van Alexander de Grote. Het decor van Alexanders grote schouwspel.
Het kan handig zijn om bij deze aflevering een kaart van het oude Griekenland open te slaan, maar voel u zeker niet verplicht. Ik ga proberen om alles zo visueel mogelijk voor te stellen. Ik moet toegeven dat wanneer ik zelf naar podcasts luister, ik dat meestal in bed doe en ik heb dan persoonlijk weinig zin om iets anders te doen dan de podcast te beluisteren.
Maar als u het wel kan, en even de moeite neemt om die kaart te bekijken, zorgt dat voor een beleving van de podcast die nog groter zal zijn dan hij nu hopelijk al is.
Ik zal in ieder geval op de website of op FB een aantal handige kaarten plaatsen. ervan uitgaande dat die sites klaar zijn natuurlijk.
Maar eerst wil ik al meteen een eerste fout rechtzetten. Een fout die werd opgemerkt door meneer Filip Zweifel. Ik heb het in de tweede aflevering namelijk over een zekere Payton die een massa moordenaar zou zijn. dat moet uiteraard generaal Patton zijn. Niet Payton. Bij nazicht blijkt er wel ook een zekere Peyton C March te zijn, eveneens legerleider in het Amerikaanse leger en dus is de kans dat ook hij een ietsiepietsie bloed aan zijn handen heeft, maar ere wie ere toekomt: ik verwees wel degelijk naar general George Smith Patton Jr.
Oké, terug naar de oudheid, zodat ik hopelijk niemand voor het hoofd kan stoten.
Vandaag gaan we het hebben over het oude Griekenland met zijn talloze stadsstaten
Griekenland is uiteraard het eerste en meest belangrijkste speelveld, (hoewel slagveld misschien een beter woord is). Uiteindelijk AdG zijn grootste daden dan wel verrichten in PerziË en niet zozeer in Griekenland, maar Griekenland is de heimat van Alexander en dat is toch waar een mens gevormd en gemaakt wordt.
Ik ga hier niet opnieuw de discussie in gang zetten over de vraag of de Macedoniërs Grieken waren of niet. Laten we het erop houden dat er zeker een connectie was met de Griekse wereld, dat de koninklijke elite zich in ieder geval beschouwde als afstammend van de Grieken (en zelfs van Heracles en Zeus) en dat het uiteindelijk Alexander is die de helleense cultuur en Griekse taal via zijn veroveringen nog verder zal verspreiden doorheen de bekende wereld.
De Grieken noemden zichzelf niet grieken, maar wel hellenen. Dit komt van helena, een figuur uit de Griekse mythologie. De term Grieks komt van het Latijn (Graecia) en het is niet helemaal duidelijk wat hier de etymologische oorsprong van is.
Griekenland was uiteraard niet het land dat we nu kennen. Het concept natiestaat zou pas enkele millennia later worden uitgevonden, en ipv deze natiestaat had men de stadsstaat of de polis. De polis was niet alleen een fysieke eenheid, maar betekende vaak veel meer dan dat. De polis was een gemeenschap die streefde naar onafhankelijkheid (eleutheria) en soevereiniteit (autonomia) Een vage voorloper van de natiestaat dus.
De Griekse wereld bestond uit tientallen, tot honderdtallen stadsstaten, allemaal met hun eigen bestuur. Athene en Sparta waren uiteraard de bekendste, hoewel eigenlijk ook Corinthe en zeker Thebe hier vermeld moeten worden (de reden dat Thebe bij ons iets minder bekend is, kan liggen in het feit dat Alexander deze stadsstaat, met de grond heeft gelijk gemaakt. En dan bedoel ik echt bijna letterlijk, in de zin dat elke steen of bouwsel werd kapotgemaakt en afgebroken. Op het huis van de poëet Pidnar na. Maar daarover later meer.)
Oké, we hebben eigenlijk al teveel gezegd zonder een visuele voorstelling te maken. ik ga mijn best doen om mijn ronde van Griekenland een beetje te lokaliseren en visualiseren.
Laten we beginnen bij de kern van Griekenland (met de voormelde stadsstaten). Niet verwonderlijk spreken we hier over het gebied dat voornamelijk bestaat uit het huidige Griekenland. Mocht u wat lessen uit het middelbaar onderwijs gemist hebben: Griekenland is een schiereiland dat enkel aan de noordzijde aan land begrensd is en onderdeel uitmaakt van het Middellandse Zeegebied.
Als je kijkt naar het zuiden van het land, zie je dat het land eigenlijk wat afbuigt naar rechts. Aan deze rechterkant (dit is het oosten van Griekenland, met de Egeïsche Zee). Deze Zee vol met letterlijk duizenden eilanden, de ene al groter en leefbaarder dan de andere. Dit zorgt voor een zeer specifiek ecosysteem, waarbij al deze eilandjes van strategisch belang kunnen zijn voor de zeevaart. Bovendien wordt op die manier de afstand tussen de oostkust van Griekenland en de Westkust van Klein-Azië, wat nu Turkije is, een stuk kleiner. in de zin dat al die eilandjes als stopplaatsen of tussenpunten gebruikt kunnen worden. Die westkust van Klein Azië zal dan ook gekoloniseerd worden door de Grieken van het Griekse schiereiland.
We maken een sprongetje naar het zuiden
Hier ligt het grootste eiland van Griekenland ligt en dit is meteen ook het bekendste eiland: Kreta. Dit is ook een perfect moment om kort de eerste echte beschaving te bespreken: de Minoïsche beschaving die grofweg bestond van 3000 -1200 v Chr
De naam Minoïsche beschaving
is afgeleid van de legendarische koning Minos, prominent aanwezig in de Griekse mythologie. Eén van zijn dochters was niemand minder dan Ariadne en in zijn labyrint huisde de Minotaurus, half mens half stier, maar dat is voer voor een andere podcast.
Deze Minoïsche beschaving was zeer geavanceerd en er zijn vele paleizen, opslagplaatsen en gebruiksvoorwerpen ontdekt. In Knossos onder andere. Waarom is er dan relatief weinig over deze beschavinggeweten? Omdat het, of toch voor zover wij weten, een beschaving was, waarvan zeer weinig geschriften zijn teruggevonden en de geschriften die wel zijn teruggevonden, zijn zeer moeilijk te ontcijferen. Het betreft het zogenaamde lineair A schrift. Dit in tegenstelling tot de latere periodes uit de Griekse geschiedeniswaar wel heel wat leesbare geschriften over zijn teruggevonden.
Ik ga hier dan ook niet veel langer bij stilstaan, alleen nog even zeggen dat de Kretenzers later bekend zullen staan als expert-boogschutters en in die hoedanigheid ook zullen dienen in Alexander zijn leger.
Daarnaast was er ook een zeer belangrijke culturele beschaving op het Griekse vasteland, met name de Myceense beschaving,
van 1600 tot 1100 v Chr, genoemd naar de plaats Mycene, waar zeer veel imposante bouwwerken zijn opgedolven.
Ook deze beschaving heeft niet veel bruikbare geschriften achtergelaten en ook hier ga ik snel overgaan., maar ik denk wel dat het belangrijk is om enige notie te hebben van deze 2 beschavingen. Hierbij is het ook zeer belangrijk op te merken dat deze beschavingen niet in isolement leefden. Er was zeer uitvoerige handel met andere gebieden uit het Middelandse Zeegebied en zeker ook met het Midden-Oosten (wat later Perzië zal worden). Ik heb het dan over, met de Bayloniërs, de Assyriers, de Egyptenaren en de Hittieten. Er was eigenlijk een vrij gesofisticeerd netwerk ontwikkeld tussen deze beschavingen met dus zeer veel onderlinge handel en communicatie
Dit systeem en de kracht, de kern van l deze beschavingen zullen ten onder gaan en zorgen voor een periode van 100en jaren duistere eeuwen, ook wel de Griekse middeleeuwen genoemd.
Maar het zijn dus niet enkel de Griekse beschavingen uit het Bronzen tijdperk die ineenstorten, maar nagenoeg alle beschavingen die ik net heb opgenoemd. en dit allemaal in een zeer kort tijdspanne, met name ussen 1200 en 1100 v chr.
En geschiedkundigen zijn nog altijd aan het uitzoeken wat hier de oorzaak van is. Dit fenomeen word ook wel de Bronze age collapse genoemd, in het NL de brandcatastrofe.
Ik vind dit allemaal enorm fascinerend en hoewel het eigenlijk niet zo relevant is voor ons verhaal blijf ik er toch kort even bij stilstaan. U heb het recht dit minder fascinerend te vinden, maar het blijft nog altijd mijn podcast.
Een belangrijk onderdeel van heel deze brandcatastrofe waren de Zeevolkeren die aan alle kusten raids uitvoerden. Een soort vikings avant la lettre. Zij bestormden alle kusten en verwoestten alle steden en dorpen die zij tegenkwamen. De ravage was enorm.
Men is er niet echt uit of deze Zeevolkeren de oorzaak of een symptoom waren van een ineenstortend maatschappelijk systeem. Waren de Zeevolkeren diegenen die alle beschavingen verwoestten of waren het eerder een soort verschoppelingen die bijna uit noodzaak de kusten gingen plunderen op zoek naar voedsel (en waarschijnlijk toch ook wel een beetje vrouwen en goud). Er bestaat tot op heden helaas geen consensus, noch onder geschiedkundigen, noch op de vele beschikbare youtube filmpjes.
We kennen deze Zeevolkeren onder meer van hiërogliefen gemaakt ter ere van farao Ramses III die claimt de Zeevolkeren te hebben verslaan. Hoewel dat natuurlijk niet kan kloppen aangezien deze Zeevolkeren geen éénvormig geheel waren. Bovendien zal ook het Egyptische rijk nooit meer hetzelfde zijn na hun invallen.
U kan deze hiërogliefen nog steeds gaan bezoeken in Luxor (dat vroeger trouwens Thebe heette, niet te verwarren met het Griekse Thebe). Maar ik dwaal af.
Samengevat: De brandcatastrofe zorgt voor de ineenstorting van de op dat moment gekende beschavingen en hun zeer interdependent handelssysteem. Gedurende honderden jaren kruipt elk gebied op zichzelf terug en de extensieve economische en culturele uitwisseling komt helaas ten einde.
Eigenlijk zou het hier passen om ook iets te zeggen over Troje en de Ilias.
Alexander zal zich namelijk vaak spiegelen aan de idealen en de helden uit deze halfmythische verhalen.
Alexander zal ook beweren een rechtstreekse afstammeling te zijn van Achilles, de held uit de Illias. Achilles was de man die door zijn moeder werd ondergedompeld in een magische bron die hem onsterfelijk maakte. Zijn achilleshiel uitgezonderd. Hij was ook de man die kon kiezen tussen een snelle dood als glorierijke strijder of een lang rustig leven samen met zijn gezin. Hij koos voor het eerste. Live Fast, Die Young, het zal Alexander zijn levensmotto worden en heel zijn leven zal hij met de homerische held vereenzelvigen.
De Trojaanse oorlog heeft zich meer dan waarschijnlijk op de één of andere manier gedurende de Myceense periode afgespeeld, maar ik denk dat dit alles mij te ver zou leiden. Ik zal er misschien op terugkomen als het nuttig blijkt te zijn voor onze eigenlijke verhaallijn.
Ik zou het hier ook kunnen hebben over een ander “historisch mysterie”, dat evenwel itt de brandcatastrofe meer dan waarschijnlijk niet heeft plaatsgevonden, met name de fantoomtijdtheorie. Een geniale theorie die zegt dat keizer Otto III en paus Sylvester II drie eeuwen geschiedenis hebben verzonnen. Wat betekent dat we eigenlijk nog maar in de 18e eeuw leven.
Maar ook dat zou ons te ver leiden.
Hiermee beëindigen we de duistere Griekse middeleeuwen en spoelen we vooruit. Naar het klassieke Griekenland, het Griekenland van de stadsstaten.
Wat ik ga doen is van Zuid naar Noord gaan, daarbij stilstaand bij de belangrijkste stadsstaten.
We beginnen in het diepe Griekse zuiden met het Peloponissche schiereiland,
de naam voor de latere Griekse “burgeroorlog”, de Peloponessishe oorlogen (bekend geworden door het werk van de Athener Thucydides).
De belangrijkste stadsstaat hier is Sparta, gelegen in het Zuiden van de Peloponesisch in Laconië . Laconië heeft zijn naam gegeven aan het woord laconiek omdat de Spartanen bekend stonden om hun gevatte, snedige, maar toch doodkalme opmerkingen.
Klein voorbeeld Wanneer Filip II, vader van Alexander Sparta dreigend vraagt of hij naar Sparta moet komen als vriend of als vijand, is hun antwoord “Als geen van beiden”. Humor uit de klassieke oudheid. Beter wordt het niet
Sparta bekleedt een speciale positie in het grotere geheel, in de zin dat het redelijk “afgelegen” ligt. Het ligt inlands, dus niet aan de zee, waarbij er aan de oostkant van de Peloponnesos ook een bergketen ligt. Bovendien is het belangrijk om goed te kijken naar het schiereiland. Eigenlijk is dit net geen eiland, in de zin dat de noord- west- zuidkant en ook bijna de volledige oostkant door water wordt omgeven. Waardoor de enige weg naar Sparta loopt via de isthmus of landtong van Corinthe. Een strook van nauwelijks enkele kilometers breed. Hierdoor is Sparta maar zelden bedreigd op zijn eigen grondgebied, maar heeft het zelf ook meestal een redelijk isolationistische politiek gevoerd. Het zal ongeveer de enige grote stadsstaat zijn die niet werd veroverd door Alexander de Grote.
Kort iets over Sparta, hoewel zij, met uitzondering van hun laconieke brieven, weinig gaan voorkomen in ons verhaal. Sparta lag zoals reeds gezegd in Laconië of Lacedaemon genoemd, daarom dat hun schilden vaak worden afgebeeld met de hoofdletter Lambda, een soort rechtopstaande driehoek zonder onderzijde. Het is echter hoogst onzeker is dat hun schilden ook echt deze letter droegen en de lambda waarschijnlijk enkel in latere tekeningen aan het schild werd toegevoegd en op die manier in de collectieve herinnering werd neergeplant. Net als dat de meeste psychiatrische patiënten niet echt en omgekeerde trechter op hun hoofd dragen.
De Spartaanse samenleving
stond onder leiding van 2 erfelijke koningen die dienden als legerleiders, maar de politieke macht lag vooral in een bestuursraad en in mindere mate in een volksvergadering
Er is een tijdje een beetje een verheerlijking geweest van Sparta. U kent het wel De spartaanse opvoeding die van mannen echte krijgers maakt. Met als culminatie de film 300. Ik denk dat dat beeld dat ondertussen in de prullenmand mag worden gesmeten. Sparta was een harde krijgerssamenleving, waarbij men op een bepaald moment zelfs kinderen die niet aan het ideaal voldeden, bijna letterlijk in de vuilbak smeet. Daarnaast hadden zij een soort permanente slavenbevolking, de hellaten, die in constante onderdrukking en angst leefden.
Hoewel ook dit beeld helaas genuanceerd moet worden. In de zin dat de Spartaanse samenleving meer dan waarschijnlijk niet zooo veel verschilde van de andere Griekse samenleving. Dat wil niet zeggen dat ik, zoals sommigen, vindt dat alle kritiek op Sparta overdreven is en dat de Spartaanse polis kan vergeleken worden met Rome in de beginjaren. Ik vind dat een nogal belachelijke redenering. Voor mij spreekt dat eerder in het nadeel van Rome dan dat dat in het voordeel van Sparta kan worden uitgelegd.
Iets hoger op de Peloponesos (in noordoostelijke richting) hebben we Mycene dat ik hier enkel vermeld omdat hiernaar de Myceense beschaving werd genoemd. De stad werd verwoest, samen met de rest van de samenleving, onder meer door de Doriërs, een bevolkingsgroepwaartoe ook de Spartanen behoren. Hierna speelde het nauwelijks nog een rol.
Mycene kreeg in 462 v Chr de uiteindelijke verwoesting door Argos, een zeer nabijgelegen stad en eentje met misschien wel de meeste (mythische) geschiedenis van de Klassieke periode. Waar Mycene heerste over Argos tijdens het Bronzen tijdperk, deed Argos dat over Mycene in de 8-7e eeuw.
Veel ga ik hier niet over zeggen, uiteindelijk gaat Argos geen al te grote rol spelen in het klassieke Griekenland. Het is wel zo dat, zoals ik al zei, veel mythes Argos als standplaats hebben. Zo ook de mythe van het ontstaan van de Macedonische koningslijn. Die ook wel de Argeaden wordt genoemd. Dat zou een verwijzing kunnen zijn naar hun ontstaanplaats Argos. Hoewel hier, wat hier gedacht niet iedereen het over eens is.
Oké, dan gaan we de Peloponnesos verlaten en dit doen we voorbij Argos, meer NO, naar de smalle verbinding van dit schiereiland met het vaste land,
Dit is de isthmus of landtong van Corinthe,
waar de gelijknamige Polis zich bevindt. Wegens zijn strategische ligging was Korinthe een zeer belangrijke polis. Het heeft lang gevochten met Athene als leider van de zee (een gevecht waar Sparta grotendeels buiten bleef). Het heeft als zeemacht dan ook veel kolonies gesticht, waaronder één van de bekendste Syracuse in Sicilië.
Tijdens de Pelopenissiche oorlog was Korinthe een bondgenoot van Sparta. Later hebben ze zich tegen Sparta gekeerd, wat mee de ondergang van Sparta heeft versneld.
Misschien ook even vermelden. Het is belangrijk om mee te delen dat Griekenland zeer heuvelachtig en bergachtis is. wat ervoor zorgt dat sommige plaatsen moeilijker bereikbaar zijn, omdat er slechts enkele bergpassen toegang geven (Thermopylai bijvoorbeeld). Dit zorgt er ook voor dat er toch wel een zeker strijd is voor beschikbaar – vlak land. Tenslotte zorgt dit er ook voor dat het land rijk is aan bepaalde ertsen, zoals zilver of goud.
Oké, dan komen we bij de 1ste of 2de meest bekende polis. We gaan namelijk over de landtong en komen in Attica. Ook een schiereiland, maar een stuk kleiner en het heeft naast de isthmus van Corinthe nog een bredere verbinding met het Griekse vasteland.
En als we Attica opgaan, is er een uitstulping naar rechtsonder. Aan het begin van die uitstulping ligt Athene, geboorteplaats van de democratie, van onze westerse cultuur, filosofie, toneel,…
Voor alle duidelijkheid: deze podcast gaat over Alexander de Grote. Niet over het Oude Griekenland. Ik wil hier alleen het nodige kader aanleveren. Er zijn zeer goede podcasts (in het ENG weliswaar) over het Oude Griekenland. Een zeer uitgebreide podcast is de history of ancient greece van Ryan Stitt ie werkelijk alle aspecten behandelt die er te vinden zijn over dit onderwerp.
Ik ga hier dus hier geen uitgebreide analyse of kritiek geven op Athene en zijn democratie ten tijde van Alexander, maar ik wil er toch iets over zeggen.
Athene is niet altijd een democratie geweest.
Van de koningen uit de Griekse Middeleeuwen transformeerde het in een eerder aristocratische samenleving met onder meer Draco, een Atheense wetgever uit de 7e eeuw die die niet toevallig gekend was voor het invoeren van zijn draconische wetten.
Hierna kwam Solon wiens wetten als een stuk eerlijker werden beschouwd. Hij werd als redder van Athene beschouwd, doordat zijn optreden de groeiende spanningen tussen de verschillende klassen in Athene verminderde.
Later verschijnen er ook een aantal tirans op het toneel, waarvan Hypias de laatste was
Totdat de Atheners overgingen naar een systeem van directe democratie. Het is deze periode en dit systeem waar wij meestal naar verwijzen wanneer we het hebben over Athene als geboorteplaats van de democratie.
Ja, dit was een vooruitgang tov de tirans of de oligarchie. Maar we moeten ook niet overdrijven. 10-20% van de bevolking kwam in aanmerking om te stemmen en dat zal dan nog een ruime inschatting zijn. Vrouwen mocht niet stemmen, slaven mochten niet stemmen, noch vreemdelingen. Xenofobie is niet toevallig een woord afkomstig uit het GRieks.
We kunnen opnieuw deze samenleving afmeten aan de standaarden van die tijd. Iets waar ik opnieuw moeite mee heb. Niemand vond het leuk om uitgesloten te worden, dus kon men ook goed weten dat vrouwen dat niet leuk vonden. Niemand wou slaaf zijn, dus kon men ook goed weten dat slaven niet graag slaaf waren. Nu niet. Toen niet.
Maar ik stel mij vooral de vraag in welke mate de overschakeling naar een democratie er kwam door een bezorgdheid van meer inspraak voor de burgers of omdat het op dat moment een effectiever systeem was en meer beheersbaar voor de leidende klasse van de samenleving. We zien zeer duidelijk dat de diegenen die de lakens uitdelen altijd hetzelfde segment van de bevolking blijft: de meer gegoede burgers Misschien was de democratische samenleving dan ook beter beheersbaar dan een koning of tiran die oncontroleerbaar konden zijn. Of dan een oligarchie, omdat die de schijn tegen had.
Ik ben vooral zeer wantrouwig geworden, omdat Athene vaak ook democratische opstanden steunde op het moment dat het zijn keizerrijk uitbouwde. Ik kan me niet inbeelden dat Athene op dat moment, toch zeker wat betreft zijn buitenlandse politiek, veel inzat met de democratische bezorgdheden in andere stadsstaten. Afgemeten aan het aantal mensen dat in koelen bloede werden vermoord door Atheense troepen heb ik niet de indruk dat ze een “benevolent hegemon” waren. Dus denk ik dat ze daar enkel de democratie steunde, omdat hen dat een machtsvoordeel opleverde. Wat mij doet overwegen dat dit intern ook de voornaamste beweegreden was.
Dit gezegd zijnde, het was beter dan niets.
Uiteindelijk duurde deze democratie van 508 tot 322 en werd zij mee verslonden door de verwoestende opvolgingsstrijd na Alexander zijn dood.
Wat valt er nog te zeggen over Athene. Ze hebben samen gevochten met Sparta tegen de Perzen. Twee keer. En dan wilden ze een soort Amerikaans wereldrijk opbouwen. Het is belangrijk om te weten dat Athene een echte zeemacht was. Dé zeemacht. Wat er onder meer voor zorgden dat zij vaak intensief met de Macedoniërs moesten samenwerken omdat deze laatsten een zeer belangrijke troef hadden: hout. Onmisbaar voor het bouwen van schepen.
Deze schepen waren triremen “triremes” in het Engels. Op een trireem waren er drie (tri) rijen roeiers. Dat waren dus geen zeilschepen, maar roeischepen en Athene had niet alleen de meeste schepen, maar vooral, de meest bekwame roeiers. Dit waren geen slaven, maar vrije burgers (niet de toplaag uiteraard, maar toch, vrije meestal stemgerechtigde burgers). En we zien dat als Athene haar positie op de zee verliest, dat meestal niet het gevolg is van vernietigde schepen, maar eerder door het verlies van bekwame zeelui
Athene heeft, dus na de oorlogen met Perzië een imperium uitgebouwd. Officieel een liga genoemd, de Delische Liga, naar het eiland Delos. Athene was veruit de dominante kracht in deze liga. De meeste andere deelnemers waren vooral polissen gelegen aan de kust en ook veel poleis aan de westkust van Anatolië. (Klein-Azië). Het principe was dat elk lid van de Liga (of Bond) ofwel schepen ofwel geld bijdroeg, voor het onderhouden en bemannen van de schepen. Uiteindelijk kwam er het op neer dat de meeste poleis geld bijdroegen aan de vloot die Athene dan maakte. Wat er eigenlijk voor zorgde dat Athene een eigen vloot kon uitbouwen met andermans geld.
Als een lid de jaarlijkse bijdrage niet op tijd betaalde, of er een machtswissel kwam tegen de zin van Athene in dan kon dat lid een bezoekje verwachten van de Athenen en hun vloot. Ik moet u niet uitleggen dat dat meestal geen happy end opleverde.
Deze Liga was voor Athene een liedje dat lang mooi duurde, ook omdat Athene onder de geniale generaal Pericles de stad en de omwalling verbond met de haven Piraeus, waardoor zij een belegering zeer lang kon weerstaan, doordat zij eigenlijk de zeeën beheerste.
Tot de Peloponnesische oorlog uitbrak in 431 v chr. Dit was een oorlog tussen de Peloponessische Bond aan de ene kant (met Sparta als leidende kracht), maar ook Korinthe dat de zee hegemonie van Athene wou doorbreken) en aan de andere kant Athene en haar bondgenoten .
Waar Athene eerst een defensieve strategie hanteerde, ontstond er na een tijdje een beetje grootheidswaanzin, wat uiteindelijk resulteerde in de desastreuze expeditie naar Sicilië. Deze gebeurtenis zette het eindspel van de Oorlog in en deed Athene het onderspit deed delven tov Sparta in het gezegende jaar 404 vChr. Hoewel ten tijde van Alexander Athene al terug een heel stuk van zijn glorie had herwonnen
Oké, we gaan verder in onze rondtrip. Ten Noorden van Athene ligt Marathon, Hier kenden de Perzen een klinkende nederlaag in de eerste Perzische oorlog en hier werd er ook een lange afstands loopwedstrijd uitgevonden.
En dan, Als we Attica langs het NW verlaten, komen we in Boetia (we hebben Laconie gehad, dan was er Attica, en nu bereiken we Boetia). Ten oosten (aan de rechterkant dus) van Boetia ligt het tweede grootste eiland van de Egeïsche zee: Euboia. Minder bekend, wss omdat het het tweede grootste was en omdat er geen Bronzen beschaving bestond, maar waarschijnlijk vooral ook, omdat het toch iets minder eilanderig is dan de andere eilanden. Ik verklaar mij nader.
Op sommige kaarten zie je zelfs niet dat het een eiland is, omdat aan de plaats Chalkis (gelegen in het westen of aan de linkerkant), het eiland tegen het het vasteland aanschuurt. De kortste afstand tussen het eiland en het vasteland is dan ook maar 160M. Op dit moment is er uiteraard een brug. Er bestond in de oudheid ook al een beweegbare brug. Of dat ook ten tijden van Alexander was, weet ik niet onmiddellijk. Ik vermoed van wel, maar voel u vrij ommij mee te delen of dit het geval is of niet.
Leidende kracht in Euboia is Eritrie
dat zal geplunderd worden door de Perzen en daarna geen dominante kracht meer zal zijn in het Griekse schaakspel. De reden voor deze plundering is gelegen in het feit dat het samen met Athene mee de opstand veroorzaakte van de Griekse steden in het Perzische rijk.
Boetia, ten N van Attica, had Thebe als de dominante kracht. Thebe die mee hebben gestreden aan de kant van de Perzen tijdens de Perzische oorlogen spelen heel lang een minder belangrijke rol en komen amper voor in de Pel Ooorlogen. Wat er waarschijnlijk mee voor zorgt dat Thebe na deze oorlogen eigenlijk de bovenhand neemt. Het Spartaans leger een paar keer verslaat. Onder meer in Leuctra, bij de bekende slag van Leuctra. We schrijven het jaar 371 vChr. Deze nederlaag zal de aanvallende intenties van Sparta voorgoed de kop inslaan en het trekt zich veilig terug in zijn splendid isolation.
De hegemonie is echter van korte duur, omdat Athene terug opgang maakt. En dan ja, dat zullen we nog uitvoerig zien, zal Alexander niet bepaald lief zijn voor het opstandige Thebe. Maar daarover later meer.
Oké, tot zover Boetia. Misschien nog enkel 2, meer symbolische plaatsen. Platea, ten zuiden van Thebes. De plaats waar de Perzen de ultieme nederlaag werd toegebracht in de 2e Perzische oorlog en Chaorenea, waar Filip II, vader van Alexander, de Atheners op de knieën krijgt.
Nog iets meer naar het NW ligt Delphi,
waar het befaamde orakel van Apollo ligt. Dit is de plaats waar de Grieken aan de goden gingen vragen wat ze moesten doen. Het orakel sprak vaak de waarheid. Soms omdat het orakel dat werd gegeven eigenlijk multi interpreteerbaar was en soms ook omdat het orakel gewoon de aanvrager naar de mond praatte omdat die bepaalde donaties had gedaan aan het orakel.
Misschien een leuk voorbeeldje van een dergelijk orakel.
Er was eens een koning genaamd Croesus. Die was de baas over het koninkrijk Lydia, dat is een gebied in West-Anatolië waar ook veel Griekse steden onder velen. Lydia en Croesus waren zeer rijk en redelijk gelukkig. Echter, er was een kaper op de kust. Cyrus de Grote koning der koningen van Perzië die we in een volgende aflevering nog uitgebreid aan bod zullen laten komen en hij had zijn zinnen gezet op Lydia. Croesus deed wat elke goede leider deed: hij raadpleegde het orakel van Delphi. En wat orakelde Delphi: een machtig rijk zal ten onder gaan.
Cyrus en Perzië waren op dat moment veruit het machtigste rijk in het midden-Oosten en Croesus trok ten aanval. Hij werd verpletterend verslagen rond 540 vChr en Lydia (en de Griekse steden) werd ingelijfd in het Perzische Rijk. Het orakel had gelijk: het machtige rijk van Croesus was ten onder gegaan.
Ziezo en als u een familielid of vriend heeft die Lydia heet, dan weet u ook meteen waar deze naam vandaan komt.
We gaan verder. Ten N van Delphi ligt Thermopylae, waar aan de kust een smalle doorgang ligt die de verbinding vormt tussen Zuid-Griekenland dat ik net heb beschreven en N-Griekenland, dat er nu aankomt. Deze pas zal vaak een strategische rol spelen, omdat de doorgaag er werkelijk zeer smal is (met een berg aan de linker en een zee aan de rechterkant). Het zal ook de scène zijn voor enkele heroïsche veldslagen. De film 300 bvb speelt zich af in Thermopylae, oftewel de Hete Poorten. The Hot Gates
We komen dus aan in het noordelijke deel van Griekenland.
En het meest zuidelijke daarvan is Thessalië dat de zuiderbuur is van Macedonië. Waar Macedonië of toch zijn volk soms wel en soms niet als Grieks beschouwd wordt, bestaat daar over Thessalië minder discussie.
Thessalië
speelt een veel minder prominente rol dan de vorige gebieden die ik heb opgesomd. Het is veel vlakker, uitgestrekter, meer agrarisch. Door sommige auteurs bestempeld als het Kansas of het Oekraïne van Griekenland
Door die vele weiden en open vlaktes, hebben ze zich gespecialiseerd in paardenfokkerij. De Thessalische ruiters zijn dan ook zeer beducht en kunnen makkelijk naast de Spartaanse hoplieten en de Atheense triremen worden geplaatst als een soort heilige drievuldigheid van het panhellenistische leger. Dat weliswaar niet bestond.
Als ik de belangrijkste plaatsen opnoem van Thessalië Larissa (niet verwarren met de sarissa, de Macedonische speer waar we later nog uitgebreid op zullen terugkomen) of Pherai, dan vermoed ik dat die namen bij weinig mensen een belletje zullen doen rinkelen.
De reden hiervoor is onder meer omdat Thessalië er nooit in geslaagd is om zich te verenigen rond één centraal punt of één leidende stadsstaat, wat wel het geval was in Laconië Attica, Boetia en zelfs in Euboia. Waarschijnlijk heeft dat ook te maken met de uitgestrektheid, waardoor het minder vanzelfsprekend was om tot een concentratie te komen binnen een bepaald beperkt gebied, maar het zorge er ook voor dat het zeer makkelijk binnen te vallen was.
Dat was in de oudheid een beetje het nadeel van een grote weidse oppervlakte.
Want dat is toch ook wel belangrijk om hier even op te merken. Wat is namelijk een deel van de reden dat bepaalde gebieden hun macht konden uitbreiden, dat is uiteraard een hoog bevolkingsaantal. Dat moest niet per se geconcentreerd zijn, maar uiteraard hielp dat wel om bij momenten van dreiging een leger samen te stellen of andere activiteiten te vervullen in dienst van het leger: scheepsbouw, het aanmaken van wapens of het bouwen van verdedigingswerken.
De oppervlakte van Attica was vele malen kleiner dan die van Thessalië, maar onder meer door de hoge geconcentreerde bevolking van Athene was het vele malen machtiger dan eender welk gebied in Thessalië.
De Romeinen bijvoorbeeld waren absolute meesters in het benutten van hun bevolkingsaantal. Hun reproductiekracht, om het nogal steriel uit te drukken, was legendarisch. Bij de slag bij Cannae bvb tijdens de tweede Punische oorlog verloren zij minstens 40k soldaten in één veldslag tegen niemand minder dan Hannibal en zijn olifanten. Elke andere mogendheid zou de boeken mogen toedoen, maar hoewel Rome uiteraard een slag had gekregen, stonden ze er wel mooi tijdens de derde Punische oorlog en lijfden ze de Noordkust van Afrika in in hun imperium. En zo zijn er nog wel een aantal voorbeelden.
Eigenlijk kwam enkel Athene in de buurt van de weerbaarheid die Rome tentoonspreidde op het vlak van het terugkomen uit tegenslagen, maar dan wel in een veeeeel beperktere versie. Het is in dat opzicht bvb opvallend dat de Spartanen hemel en aarde bewogen en tijdens de Peloponessissche tegen hun zin een vredesverdrag ondertekenden om enkele honderden elitetroepen levend van Athene terug te krijgen. Daar zouden de Romeinen eens goed mee gelachen hebben.
Oké, terug naar Thessalië, dat dus een eerder beperkte rol speelt in de griekse geschiedenis, maar wel in deze podcast af en toe gaat terugkomen als de Macedonische zuiderbuur.
Thessalië was een bondgenoot van Perzië (of beter gezegd een onderdaan) tijdens de Perzische oorlogen, maar dat had deels te maken met het feit dat Athene en Sparta vrij snel Thessalië hadden opgegeven en Thessalië eigenlijk geen andere keus had. Nog maar eens een teken dat er van een echte Griekse eenheid geen sprake was. Als het erop aankwam, was het ieder voor zich.
Tijdens de Pelop. Oorlogen switchte Thessalië geregeld van bondgenoot. Ook hier werd het daar vaak door de situatie toe gedwongen. Het was niet zo moeilijk om het gebied binnen te vallen en er was geen gecentraliseerd bestuur om georganiseerd verzet te bieden.
Helemaal in het N van Thessalië ligt de berg Olympus, waar de goden zouden verblijven. En eigenlijk is dat ook de, ietwat arbitraire grens met Griekenland, zeker als je Macedonië als niet-Grieks beschouwt. Ik zou de berg Olympus de noordgrens van Griekenland en de Zuid-Grens van Macedonië kunnen noemen, maar om elke discussie te vermijden, ga ik dat niet doen.
En nu gaan we onze fysieke tocht even doen “verspringen” en via de zee de oversteek maken naar Chalcidice.
Dat is het schiereiland dat onder Macedonië ligt (ten ZO ervan). Met drie “uitstulpingen”. Alsof het een omgekeerde hand met 3 vingers is. Dit gebied is belangrijk omdat Athene hier zeer hard heeft geprobeerd een voet aan de grond te krijgen en omdat het eigenlijk volledig aan Macedonië grenst, zonder een landsgrens met de andere Griekse kerngebeiden. Belangrijkste gebieden hier zijn Olynthos, waar de MacedoniËrs nog een zwaar robbertje mee zullen vechten. En Potidea, omdat het conflict dat hier ontstond het begin betekende van de Pel Oorlog betekende en ook een belangrijkse havenstad is.
Tenslotte lag rechtsboven Chalkidiki Amphipolis dat ook nog enkele keren zal terugkomen.
Ziezo, dat was een overzicht van het Griekse schiereiland. Zoals gezegd, dit is geen geschiedenis van het klassieke Griekenland, dus de verschillende belangrijke gebeurtenissen (Perzische oorlogen, Pel Oorlog) gaan nog wel terugkomen, maar dan enkel als ze relevant zijn voor de geschiedenis van het Macedonische koninkrijk in aanloop naar de heerschappij van Filip en Alexander.
Dit was dus het Griekse vasteland, maar Griekenland had zich ook verspreid over nagenoeg de gehele Middellandse Zee.
Er was uiteraard Klein-Azië, waar aan de westkant van wat nu Turkije is, tientallen poleis waren. Maar er waren ook verschillende kolonies rond de gehele kust van de Zwarte Zee. Dat is de Zee, die ten noorden van Turkijke ligt (niet te verwarren met de meer oostelijk gelegen Kaspische Zee). De Zwarte Zee bereik je door de aan de westkust van Klein-Azië door de hellespont en de Bosporus te voeren. Daar lag toen de Griekse stad Byzantium, toen een klein stadje, maar later groeit dit uit tot het immense Byzantium, hoofdstad van het Oost-Romeinse rijk en nu Constantinopel genaamd.
De stadsstaten op deze route waren zeer belangrijk omdat het zeker voor Athene een belangrijke zeeroute was, voor onder meer de aanvoer van graan. Wij zijn dat wat vergeten omdat wij zelden nog zonder voedsel komen te zitten, maar in de Oudheid betekende een tekort aan graan een verhongerende en opstandige bevolking. En, zeker als er grote troepen werden verplaatst, moesten deze ookallemaal eten moesten krijgen. Vaak werd een oorlog verloren, ondanks dat men een numeriek overwicht had, enkel en alleen, omdat er een gebrek was aan voedsel en andere voorzieningen.
Waar waren er nog veel kolonies: om te beginnen, richting het westen was er Magna Grechia, Groot-Griekenland. Dit omvatte de vele griekse kolonies in Zuid-Italie en in Sicilië (Tarentum, Syracuse), maar ook in Frankrijk: Marseille, Massalia, was een Griekse kolonie.
Om af te sluiten, misschien kort iets over de Griekse oorlogsvoering.
Ik heb het al gehad over de schepen. Belangrijk om uit te leggen is dat het niet de meer hedendaagse zeegevechten waren die vroeger plaatsvonden. Er waren uiteraard geen kanonnen. Grof gesteld waren er twee tactieken: het rammen van het andere schip, zodat dit werd beschadigd en zonk. Ofwel een soort landgevecht op zee.
Dan probeerde men om een ander schip te enteren, en dan, ja via gewone soldaten een gevecht uit te voeren met de bemanningsleden van het andere schip, om zo het schip te veroveren.
Bij het rammen van een ander schip, maar ook om in de juiste formatie te varen was het zeer belangrijk om de tekens van de bevelhebber van de vloot goed te begrijpen. ervaren roeiers en andere bemanningsleden waren dus onmisbaar. Dat was vaak de sleutel tot succes en het was in ieder geval die beschikbaarheid kundige zeemannen die ervoor zorgde dat Athene lange tijd over de zee heerste.
In de landgevechten bestonden de elitetroepen uit zogenaamde hoplieten, waarbij vooral die van Sparta zeer gevreesd waren. Hoplieten bekostigden zelf hun, dure uitrusting. Dit bestond uit een zwaar pantser, het kenmerkende ronde schil, een helm en een hakzwaard. Hoplieten waren dus meestal ook de meer gegoede burgers, omdat enkel zij dit zich konden veroorloven.
Vaak stelden zij zich op in de zogenaamde falanx, waarbij zij met hun schilden en uitstekende lansen een soort levend stekelvarken vormden, waarbij de ene soldaat met zijn schild de soldaat naast hem beschermde. Als dit goed werd uitgevoerd, was dit een bijna oninneembare slagorde. Maar veel hing uiteraard van de discipline van de falanx, want van het moment dat er ergens “gaten” kwamen in de falanx, werd deze zeer kwetsbaar. Ook omdat de ene hopliet werd beschermd door de andere. Een goed gedisciplineerd leger en een evaren commandant was dus zeer belangrijk.
Vooral op de flanken was de falanx zeer kwetsbaar. Vaak werd deze dan ook afgedekt door lichtere infanterie of door paarden. Belangrijk om mee te geven: de cavalerie was in die tijd eerder een hulptroep (zoals in de zin dat zij de falanx beschermden, eerder dan een aanvallend segment van het leger. Onder meer Filip en Alexander zullen dit veranderen. Hoewel zij zeker de uitvinders waren van deze tactiek.
De falanx was dus nog nuttiger in smalle bergpassen, waarbij de flanken van de berg (of de zee) de falanx “afdekten”. Denk aan de slag bij Thermopylae, waar enkele duizenden Grieken (het waren er dus geen 300!). Wel, dit beperkt aantal kon een gigantisch Perzisch leger dagenlang afhouden door een intelligent gebruik van de falanx (uiteindelijk werden ze omsingeld “outflanked” en hebben ze de strijd verloren). Maar een goed georganiseerde falanx kon zich in de juiste omstandigheden op defensief vlak wel degelijk meten met veel grotere troepenmachten.
De Griekse oorlogen, toch de Pel oorlogen, en de oorlogen in aanloop naar de heerschappij van Filip en Alexander, waren meestal “kleinere” veldslagen, met enkele duizenden soldaten aan elke kant. Het is belangrijk om in te zien dat de soldaten vaak geen beroepssoldaten waren, maar een gewone dagtaak hadden. Bovendien was het arsenaal aan soldaten niet onuitputtelijk (de strijdende partijen waren meestal stadsstaten en geen immense koninkrijken. Athene of Sparta waren helaas voor hen geen Rome). Het verlies van enkele honderden tot duizenden elitetroepen kon echt wel een zware slag toebrengen aan de slagkracht van een stadsstaat. Zeker Sparta had daar veel last van en dat is een van de redenen dat zij na de Pelop oorlogen en de verliezen bij LEuctra een meer defensieve strategie gingen hanteren. Iets wat zij voordien ook meestal hadden gedaan..
Belangrijk is ook om te beseffen dat numeriek overwicht, zeker in de oudheid echt wel belangrijk was. Meer dan we soms denken.
Stel dat 6 soldaten vechten tegen 4 andere soldaten. We gaan ervan uit dat iedereen even sterk is. Het is dan niet zo dat er na het gevecht 2 soldaten overblijven van de grootste groep
Het is eerder zo dat bijvoorbeeld 4 soldaten van de grootste groep 2 soldaten van de kleine groep aanvallen. Met 4 tegen 2 kan je al bijna je tegenstander omsingelen en zelf niemand verliezen, maar laten we voorzichtig zijn. 1 van de 4 sterft, net als de 2 van de kleine groep.
Bij de andere groep was het 2 tegen 2 en laten we zeggen dat het al 1 tegen 1 is geworden op het moment dat de andere groep klaar is met vechten. De 3 overgebleven soldaten kunnen dan makkelijk de laatste soldaat van de kleine groep doden. Dat betekent dat de grote groep 2 soldaten heeft verloren en de kleine groep 4.
En deze 4 soldaten kunnen dan op hun beurt andere soldaten gaan helpen. op die manier zorgt de numerieke meerderheid van het leger voor een exponentieel verschil in troepensterkte tussen beide legers.
Bovendien wordt de numerieke meerderheid vaak ook gebruikt om, via verschillende rijen soldaten de tegenstander letterlijk naar achteren te duwen. Hoe meer rijen men kan plaatsen, hoe harder men een ander leger kan achteruit duwen of eventueel diens formatie doorbreken.
En eenmaal een linie werd gebroken, was de veldslag al half gewonnen. De meeste doden vielen namelijk niet tijdens het frontale gevecht, maar wel op het moment dat de slagorde van een leger werd doorbroken, of op het moment dat men rond de flank van een leger kon geraken om de achterkant te bestoken. De echte slachtpartij begon pas wanneer 1 van de legers in paniek raakte of hun slagorde kwijtraakte. Vluchtende soldaten waren een makkelijke prooi voor de aanstormende troepen en zeker de cavalerie.
Voor Filip en Alexander kan men zeggen dat er nog een zekere erecode was, waarbij het vooral het gevecht en de man tegen man strijd is die eer en glorie brengt. Het uitroeien van een ander leger was niet meteen iets waar men naar streefde. Alexander en zijn vader zullen zich op dat vlak iets machiavellistischer gedragen.
De voornaamste manier om een numerieke meerderheid te counteren is het gebruiken van superieure formaties en tactieken.
Zeker Filip en Alexander waren meester in tactische oorlogsvoering en het analyseren van een slagveld en de tegenstander om zo elk gevecht te winnen. Met of zonder numerieke meerderheid.
Beide koningen waren ook meester in belegeringen. De oude Grieken hadden daar eigenlijk amper kennis van. Zij kampeerden voor een stad en probeerden deze dan uit te hongeren. En als die stad daarop voorzien was,(zoals Athene met zijn omwalling van de stad, inclusief de haven) konden de belegeraars niets anders dan zich terugtrekken. Filip en Alexander, zoals we zullen zien, zullen een paar prachtige staaltjes van belegering vertonen, zoals het perfectioneren van katapulten, het indammen van water en het fabriceren van belegeringstorens. Iets waar de meeste steden niet op voorzien waren.
Nog 2 puntjes over oorlogvoering die aansluiten op die belegering en dan maken we er hier een eind aan:
- Meer dan nu werd er geleefd volgens de seizoenen: er was uiteraard geen centrale verwarming elektriciteit of gas. Dus moest eigenlijk de veldtocht pauzeren of terug naar hun thuisbasis trekken wanneer de herfst-winter eraan kwam. Omdat het kouder werd, maar ook en dat is het tweede punt
- Er moest voldoende voedsel zijn. Wanneer men een offensieve oorlog voerde, was men met duizenden soldaten op een ander zijn gebied. En die duizenden extra soldaten moesten eten hebben. Vaak plunderde men de landerijen van de tegenstander, maar dat was ofwel niet voldoende (denk aan de Perzen die met tien- tot honderdduizenden op het Griekse vasteland waren) of de verschroeide aarde tactiek werd toegepast.
Ik denk daarom dat het zeer belangrijk is om dat mee te nemen. Het was niet zomaar eventjes zoveel mogelijk manschappen optrommelen en een ander land binnenvallen. En dan zien we wel. Neen, De logistiek was minstens even belangrijk, soms zelfs belangrijker. Wie de de bello gallica leest van Caesar zal zien dat hij constant bezig is met de graantoevoer. En terecht.
In een recenter verleden kunnen we ook de blitzkrieg van Hitler vermelden. Zijn bedoeling was om West-Europa snel plat te leggen en dan door te stoten naar de olievelden van de Kaukausus in 1941, omdat heel die blitzkrieg een enorme toevoer brandstoffen vereiste. En toen dat niet lukte, of toch niet zoals hij het had gewild, was de oorlog, die nog wel 3-4 jaar duurde, eigenlijk voorbij. Had Hitler die olievelden wel bereikt, dan was de uitkomst zonder enige twijfel anders geweest. In die zin was de landing in Normandië eigenlijk de laatste dolkstoot in een oorlog die al verloren was. Maar dat is uiteraard een heel ander verhaal.
Jawel. We zijn aan het einde gekomen van deze aflevering. Ik hoop dat ik u iets heb bij kunnen brengen over het oude Griekenland, wat u hopelijk zal kunnen gebruiken tijdens vooral FILIp II zijn verovering van dit gebied.
Ik dank iedereen voor het aandachtig luisteren en hoop jullie opnieuw te begroeten bij de volgende aflevering met als titel: de speeltuin van Alexander, deel 2: van India tot Macedonië en van Babylon tot Persepolis. Het Grote Perzische Rijk
Dit waren de wonderlijke avonturen van Alexander. En dan kan ik jullie enkel nog een prettige ochtend, dag, avond of nacht toewensen
Tot ziens
Reactie plaatsen
Reacties